Coalitiepartijen CDA en ChristenUnie vinden dat in de voorgestelde aanpassing van de abortuswet een balans ontbreekt tussen het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw en de rechten van het ongeboren leven. Die balans was er eerder wel, betoogt ChristenUnie-Kamerlid Mirjam Bikker, omdat er een vaste bedenktijd was van vijf dagen. Die vaste bedenktijd wordt zeer waarschijnlijk aangepast. Coalitiepartijen VVD en D66 hebben samen met GroenLinks en de PvdA een initiatiefwet ingediend die deze termijn flexibel maakt. Een arts spreekt met de vrouw af hoe lang de termijn zal zijn.
CDA-Kamerlid Hilde Palland vreest dat vrouwen mogelijk een overhaaste beslissing kunnen nemen als er geen minimale bedenktijd van vijf dagen meer is, bijvoorbeeld omdat zij onder druk staan van hun partner of familie. Ze benadrukt wel dat de keuze tot een abortus aan de vrouw is, binnen een "zorgvuldige procedure". Een minimale bedenktermijn is daaraan volgens haar "onlosmakelijk verbonden". Volgens Bikker geeft de bedenktermijn "uiting" aan het "spanningsveld" tussen de autonomie van de vrouw en de rechten van het ongeboren kind.
De opvattingen van de ChristenUnie en het CDA botsen met de visie van de indienende partijen. Die vinden de termijn betuttelend. "Vrouwen nemen de beslissing niet lichtzinnig", zegt D66-Kamerlid Wieke Paulusma. VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans ziet wel de waarde van een bedenktermijn, maar die hoeft volgens haar niet per definitie vijf dagen te zijn. "Voor sommige vrouwen is het proces al achter de rug. Andere vrouwen moeten nog beginnen en hebben misschien tien dagen nodig." De PvdA en GroenLinks wijzen er ook op dat de termijn die vrouwen afspreken met hun arts mogelijk langer wordt dan vijf dagen, omdat deze periode flexibel wordt.
Niet onverwacht
De kritiek van de twee christelijke coalitiepartijen is niet onverwacht en zal het wetsvoorstel waarschijnlijk niet in de weg staan. In de coalitieonderhandelingen tussen VVD, D66, CDA en CU is afgesproken dat dergelijke medisch-ethische onderwerpen zogeheten 'vrije kwesties' zijn in de Kamer. Dat houdt in dat ieder Kamerlid een eigen afweging kan maken om voor of tegen te stemmen en niet de lijn van de fractie hoeft te volgen. Vorig jaar februari sprak de Kamer al uit af te willen van de verplichte bedenktermijn van vijf dagen.
Volgende week komende de initiatiefnemers aan het woord om vragen te beantwoorden die tijdens het debat aan hen zijn gesteld. De week daarna wordt waarschijnlijk gestemd over het wetsvoorstel.
Door: ANP