De kinderopvangbranche reageert positief op het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) om alle jonge kinderen de kans te geven minstens twee dagen per week naar de kinderopvang te gaan. Brancheorganisatie Kinderopvang, die naar eigen zeggen meer dan 80 procent van de aanbieders vertegenwoordigt, ziet in het advies "erkenning voor de toegevoegde waarde van de kinderopvang en de hoge kwaliteit die in het huidige stelsel wordt geboden". Ook de PO-Raad en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) zijn positief over de "geschetste toekomstvisie", maar zij vinden dat het nog ontbreekt aan een goede aanpak.
"De concrete voorstellen die de SER doet voor de komende kabinetsperiode vormen onomkeerbare nieuwe stappen naar de toekomst", laat de Brancheorganisatie Kinderopvang weten. De stappen die de SER adviseert zijn volgens de organisatie ambitieus, maar ook "haalbaar en uitvoerbaar".
Goede stap vooruit
De SER vindt dat de kinderopvang zo georganiseerd moet worden dat het voor alle ouders financieel haalbaar is om jonge kinderen naar de opvang te laten gaan. De PO-Raad en BMK zeggen zich te kunnen vinden in de analyse van de adviesraad. Ze vinden de conclusies "een goede stap vooruit" ten opzichte van een eerder SER-rapport hierover uit 2016. Over voorgestelde maatregelen zijn de twee brancheorganisaties echter minder enthousiast. Zo "ontbreekt blijkbaar het gevoel van urgentie om al in deze kabinetsperiode de noodzakelijke maatregelen te nemen", schrijven ze. De overgangsperiode die de SER voorstelt maakt volgens de organisaties de manier waarop de kinderopvang is georganiseerd "nog ondoorzichtiger".
Verder vinden de organisaties dat sprake is van "een onduidelijk stappenplan" om ook de toegang tot buitenschoolse opvang voor kinderen tot en met 12 jaar te vergroten. Wel vinden de partijen dat het SER-rapport "een goede basis biedt voor een fundamenteel andere aanpak".
Door: ANP