Volgens de Technische Universiteit Eindhoven is de luchtkwaliteit van diverse kinderopvangcentra niet in orde. Dit zou komen door gebrek aan frisse lucht. Staatssecretaris Van Ark is van mening dat aandacht voor luchtkwaliteit in kinderopvangcentra nodig is. Dit laat zij weten in antwoord op Kamervragen van de PvdA.
In juni berichtte de TU Eindhoven over de gezondheidsrisico’s van slechte luchtkwaliteit in kinderopvangcentra. Van Ark laat weten dat ze op basis van dit onderzoek niet kan zeggen of de luchtkwaliteit in algemene zin onder maat is, omdat dit onder meer afhankelijk is van de maatregelen die kinderopvangorganisaties nemen. Wel laat het onderzoek volgens haar het belang van dit onderwerp zien.
Toezicht en handhaving
Ze wil zich daarom richten op toezicht en handhaving van luchtkwaliteit in de kinderopvang: “GGD-inspecteurs kunnen in het toezicht aandacht besteden aan de luchtkwaliteit. De Wet kinderopvang bevat geen specifieke eisen voor luchtkwaliteit, maar schrijft wel voor dat kinderopvanglocaties moeten beschikken over een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid. De opvanglocatie beschrijft hierin de belangrijkste risico’s voor de veiligheid en gezondheid van de kinderen. De luchtkwaliteit kan één van deze risico’s zijn. In dat geval is een opvanglocatie verplicht om dit in zijn veiligheids- en gezondheidsbeleid te beschrijven en hier maatregelen op te nemen. De GGD-inspecteur toetst of kinderopvanglocaties hieraan voldoen.”
De staatssecretaris zou graag in gesprek gaan met gemeenten en GGD GHOR Nederland over het onderzoek door de TU Eindhoven en de betekenis daarvan voor het toezicht en de handhaving.
Door: Nationale Zorggids