In 2017 verhuisden veel gezinnen met jonge kinderen tussen de 0 en de 5 jaar van de grote stad naar een kleinere gemeente. Vooral in Amsterdam is het vertrekoverschot opmerkelijk. Dit blijkt uit cijfers van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De afname van jonge kinderen heeft op termijn gevolgen voor de jeugdzorg, kinderopvang en het onderwijs. Dit meldt VOS/ABB.
Van de vier grootste steden kent Amsterdam het grootste vertrekoverschot in 2017. Gezinnen met in totaal 4.262 jonge kinderen gingen daar weg, terwijl er gezinnen met in totaal 879 jonge kinderen bij kwamen. Rotterdam zag gezinnen met in totaal 2.195 jonge kinderen vertrekken, terwijl er zich toen gezinnen met in totaal 1.193 kinderen vestigden. Utrecht kampte met een vertrekoverschot van 1.042 jonge kinderen. In Den Haag gingen gezinnen met in totaal 1.746 jonge kinderen weg, terwijl er gezinnen met 1.000 jonge kinderen heen verhuisden.
Rondom de grote steden nam het aantal jonge kinderen juist toe. Hiervan was vooral sprake in Aalsmeer, Pijnacker-Nootdorp, De Bilt en Bunnik. Het aantal kinderen in een gemeente kan mogelijk gevolgen hebben voor de jeugdzorg. Per gemeente is daar een bepaald budget voor beschikbaar. Als opeens veel gezinnen met kinderen verhuizen naar een kleinere gemeente, kan dat invloed hebben op de manier waarop het beschikbare budget wordt besteed.
Door: Redactie Nationale Zorggids