De hielprik kan als pijnlijk worden ervaren door pasgeboren baby’s. Daarom kozen de onderzoekers ervoor om op dat exact moment de hersenactiviteit te meten. Op een EEG zagen ze wat er gebeurde en vooral wat er veranderde zodra de baby’s de hielprik kregen. Dit deden zij bij achttien baby’s. Vervolgens controleerden ze de validiteit van het instrument bij 72 andere kindjes die niet de hielprik kregen, maar wel werden blootgesteld aan bepaalde prikkels zoals fel licht.

Op de EEG was een duidelijk verschil in hersenactiviteit tussen de kindjes die de hielprik kregen en de kindjes die slechts aan een prikkel werden blootgesteld. Zodra de baby’s die pijn hadden een pijnstiller toegediend kregen, werd de breinactiviteit die gekoppeld wordt aan pijn minder.

Pasgeboren baby’s op de afdeling neonatologie krijgen dagelijks te maken met zo’n tien pijnlijk ingrepen. Tot nu toe konden artsen slechts de pijnbeleving van pasgeboren vaststellen door hun gedrag te observeren. Dit doen zij middels pijnschalen, maar daar zijn er ongeveer veertig verschillende van. “Dat toont wel aan dat we er nog niet veel vanaf weten”, zegt Dick Tibboel, hoogleraar bij het Erasmus MC.

Tibboel noemt het Britse onderzoek een stap in de goede richting, maar zegt er wel bij dat de EEG’s eigenlijk alleen maar aantonen dat de pijnbanen bij de baby’s goed werken. Hij vraagt zich af of de zichtbare veranderingen op de EEG te maken hebben met de bewuste pijn die zij ervaren, of slechts met het feit dat de pijnbanen hun werk doen. Pijn is subjectief, erkent één van de onderzoekers. Dus daarom zal het altijd lastig blijven om de echte pijn te achterhalen. Ze hopen in ieder geval meer kennis op te  doen over de wijze waarop baby’s reageren op pijn. 

Door: Redactie Nationale Zorggids