Er is geen verschil in ontwikkeling tussen kinderen die als pasgeborene een algehele narcose kregen met sevofluraan en kinderen die een plaatselijke verdoving kregen. Dat blijkt uit een tussentijdse analyse van een groot internationaal onderzoek waaraan ook het UMC Utrecht meewerkt. Dit meldt Vakblad Vroeg.
Een internationale onderzoeksgroep heeft onderzocht of reguliere narcosemiddelen veilig zijn voor baby's tot 20 weken. Van 2007 tot 2013 volgden zij ruim 700 zuigelingen die binnen 20 weken na de uitgerekende datum een operatie aan hun lieskanaal moesten ondergaan. 287 kinderen werden plaatselijk verdoofd, vaak via spinale anesthesie. 356 baby's kregen het algehele narcosemiddel sevofluraan, een veelgebruikte stof.
De cognitieve en motorische ontwikkeling en taalontwikkeling van alle ruim 700 kinderen werden onderzocht via een gestandaardiseerde test. Daarnaast moesten ouders gedragsvragenlijsten invullen. Geen van de analyses leverde een relevant verschil op tussen de kinderen die onder algehele narcose waren geopereerd en degenen die alleen plaatselijk waren verdoofd.
De resultaten van het onderzoek doen sterk vermoeden dat sevofluraan geen meetbare negatieve invloed heeft op de geestelijke ontwikkeling van jonge kinderen. De effecten op lange termijn zijn echter nog niet duidelijk. Ook over effecten van langdurige of meervoudige narcose kan geen uitspraak worden gedaan.
© Nationale Zorggids
