Normal_mama_kraamzorg_baby457

Een kraamverzorgende signaleert in de eerste week na de geboorte bij 56 procent van de gezinnen dusdanige gezondheidsrisico's, dat zij moeder en/of kind doorverwijst naar medisch specialisten. Dit blijkt uit onderzoek van Kraamzorgorganisatie de Waarden, meldt Vakblad Vroeg.

Het gaat dan bijvoorbeeld om een geboortetrauma bij de baby of om ontstekingen bij de moeder. De Waarden kwam tot deze conclusies na onderzoek onder 1144 gezinnen. In tien procent van de gevallen werd directe medische zorg verleend en drie procent van de observaties leidde zelfs tot een ziekenhuisopname. Er zijn vaker problemen bij de baby dan bij de moeder. Halverwege de eerste week nemen de problemen bij de baby vaak toe, bij de moeder is dat aan het eind van de eerste week.

Situaties als ondervoeding, borstontsteking, geel zien en scheldfractuur gelden als een gezondheidsrisico. Onderzoekers hebben nauwkeurig geregistreerd hoe vaak een gezondheidssituatie aanleiding was om door te verwijzen naar een medisch specialist. “Dit onderzoek laat zien dat moeder en kind weer centraal moeten staan”, zegt Jacqueline Dorscheidt,  bestuurder van Kraamzorg de Waarden. “We moeten precies weten wanneer en hoeveel zorg nodig is,  zodat we maatwerk kunnen leveren. Dat is nodig om voor een gezonde start van moeder en kind te zorgen op een zo efficiënt mogelijke manier. Meer dan 56 procent van de nieuwe gezinnen worden dankzij de kraamzorg doorverwezen naar de juiste medisch specialisten. Kraamzorg is noodzakelijke zorg, het voorkomt wiegendood, het zorgt voor gezondere kinderen en moeders en voorkomt daardoor dure zorg nu en later.”

© Nationale Zorggids