Het aantal inleidingen, ruggenprikken en keizersneden bij bevallingen is in de periode 2011 tot en met 2014 gelijk gebleven, terwijl het daarvoor hard steeg. Dat zegt Joris van der Post, hoogleraar verloskunde van het Amsterdam Medisch Centrum. Hij baseert zich op landelijke geboortecijfers van de Stichting Perinatale Registratie, meldt Trouw.
Daarmee lijkt de medicalisering in de geboortezorg verzadigd. Sinds 2003 was het aantal inleidingen (weeën opwekken met medicijnen) gestegen van 15 procent naar 22 procent in 2013. Het aantal ruggenprikken steeg van 5,4 procent in 2003 naar 18,5 procent in 2013 en het aantal keizersneden nam licht toe, van 14,8 procent in in 2003 naar 16,4 procent in 2013. Een spectaculaire stijging van het aantal medische ingrepen, maar de laatste jaren is de groei dus gestopt.
Hoewel het aantal keizersneden relatief weinig is gestegen, vindt Van der Post de stijging toch zorgwekkend. Een keizersnee moet alleen gedaan worden in noodgevallen, vindt hij. “Een keizersnee heeft best consequenties, ook bij latere bevallingen moet je dan naar het ziekenhuis.” In absolute getallen is het aantal keizersneden met ruim duizend sneden per jaar gestegen.
© Nationale Zorggids