Op het congres voor bekkenbodemspecialisten IUGA werd dit jaar ruim aandacht besteed aan de episiotomie, beter bekend als 'de knip', bij bevallingen. Uit onderzoek blijkt dat er geen standaard richtlijn bestaat voor wanneer en hoe de knip gezet moet worden. De knip is bedoeld om schade aan de bekkenbodem tijdens de bevalling te voorkomen, maar kan bij verkeerde toepassing juist schade veroorzaken. Dat meldt GezondTotaal.
Over de toepassing van de knip tijdens de bevalling bestaan veel verschillende opvattingen. Bij een episiotomie wordt het perineum, het stukje spier tussen de vagina en de anus, preventief ingeknipt om spontane scheuring tijdens de bevalling te voorkomen wat meer schade veroorzaakt. Uit onderzoek blijkt dat de richting waarin de knip wordt gezet daarbij belangrijk is.
Het blijkt dat de knip vaak onder een te scherpe hoek gezet wordt. Dit komt doordat tijdens de bevalling door het opbollen van het hoofdje van de baby de verhouding van het perineum anders is. Om met de knip goed uit te komen moet de knip tijdens de bevalling onder een hoek van 75 graden geplaatst worden. Een te steile knip veroorzaakt schade aan de kringspier. In Nederland wordt de knip meestal schuin toegepast, dit geeft minder schade dan een knip recht naar beneden.
Soms zijn er bij een bevalling hulpmiddelen nodig. Een kunstverlossing met een zuignap of tang vergroot echter het risico op schade aan het bekkenbodemgebied. Bij verlossing met zuignap of vacuümpomp neemt het risico op schade aan de kringspier met 2,2 procent toe en bij een tangverlossing is de kans op bekkenbodemschade 6,8 keer groter. Juist in die gevallen kan een correct geplaatste knip schade voorkomen.
© Nationale Zorggids