De vierde voortgangsrapportage van het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT) is gisteren naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan onder andere de behaalde resultaten tot nu toe en ook waar de komende tijd de aandacht op ligt. Zo wordt hard gewerkt om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid.
De focus van het programma ligt in de tweede helft van 2020 onder andere op het aanjagen en ondersteunen van regio’s, gemeenten, uitvoeringsorganisaties en professionals bij het implementeren van de visie Gefaseerde ketenzorg. Hierbij staat het realiseren van directe veiligheid in een gezin of huishouden voorop. Daarna wordt gewerkt aan de risico- en herstelgerichte zorg om te komen tot duurzame veiligheid.
Kwaliteitskader
Lokale (wijk-)teams spelen een cruciale rol in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met behulp van het kwaliteitskader ‘Werken aan veiligheid’ en de daarbij behorende Zelfscan kunnen gemeenten nagaan of lokale (wijk-)teams voldoende zijn ingericht om te komen tot een effectieve signalering en aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Een ander focuspunt is de realisatie van MDA++ in alle 28 regio’s. Het programmateam ondersteunt dit onder meer met een expertpool MDA++, kennisuitwisseling en de mogelijkheid tot een financiële bijdrage uit de projectenpool van Denken naar Doen 2020/2021.
Van Denken naar Doen
Deze projectenpool heeft niet alleen betrekking op projecten die een relatie hebben met de regionale implementatie van MDA++, maar is gericht op het versterken van de gehele aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Denk hierbij onder aan thema’s als het versterken van lokale (wij)teams, implementatie visie gefaseerde ketenzorg, trauma-aanpak, ouderenmishandeling en de meldcode. Aanvragen kunnen tot 21 augustus 2020 worden ingediend. De uitvraag voor de projectenpool wordt in 2020 in één keer gedaan voor zowel het jaar 2020 als 2021.
De voortgangsrapportage wordt op 23 juni tijdens een algemeen overleg in de Tweede Kamer behandeld.
Door: Nationale Zorggids