Artsen op de spoedeisende hulp en huisartsenposten zijn sinds 2011 verplicht om tijdens hun consult bij kinderen te screenen op tekenen van kindermishandeling, maar dit blijkt in de praktijk zeer slecht te werken. Dat stelde kinderarts en hoogleraar sociale kindergeneeskunde Elise van de Putte gisteren op het Jaarcongres Huiselijk Geweld in Ede. Zo zijn de meeste verdenkingen onterecht, maar blijven ook veel kinderen onopgemerkt door artsen. Dit meldt Volkskrant.
Maar na bijna zeven jaar blijkt de werkwijze alles behalve doeltreffend. Van de 100 vermoedens van kindermishandeling, is 92 onterecht. Er werden slechts negen kinderen doorverwezen naar Veilig Thuis na zo’n screening. Maar wat nog veel schokkender is, is dat een groot aantal kinderen alsnog bij Veilig Thuis werd aangemeld als slachtoffer van kindermishandeling. In totaal zijn 478 kinderen via een andere weg bij Veilig Thuis beland. In 93 procent van de gevallen volgt constatering van kindermishandeling na melding van vermoedens hiervan. De screening mist daarmee veel gevallen van kindermishandeling.
Van de Putte vertelde over een casus in haar eigen behandelkamer. Een jongen van twee kwam binnen met een verdachte blaar op zijn voet, waarna voor de zekerheid röntgenfoto’s werden gemaakt. De peuter had meerdere botbreuken. Toch was deze jongen ‘door alle mazen’ van de verplichte screening gevallen.
Cursus over signalen kindermishandeling
Volgens de kinderarts en hoogleraar is het verplicht screenen dan ook niet de oplossing. Zij stelt dat er meer waarde zit in een verplichte cursus brandpreventie en het herkennen van kindermishandeling. Zo kan personeel geschoold worden in signalen die mogelijk indiceren dat er sprake is van lichamelijke of mentale mishandeling.
Door: Redactie Nationale Zorggids