Steeds meer kinderen, jongeren en ouders die te maken hebben met jeugdhulp melden zich met vragen, problemen en klachten bij vertrouwenspersonen. In 2016 zochten 10.862 cliënten contact met een vertrouwenspersoon, dat is 42 procent meer ten opzichte van 2015. Dit blijkt uit het onlangs gepubliceerde jaarverslag van het AKJ - vertrouwenspersonen in de jeugdhulp, zo meldt AKJ.
Met het toenemende aantal cliënten steeg automatisch ook het aantal vragen, problemen en klachten. In totaal zijn 21.552 vragen, problemen en klachten met een vertrouwenspersoon besproken. Dat waren er 15.615 in 2015. De vertrouwenspersonen legden meer groepsbezoeken af in open en gesloten jeugdhulpinstellingen: 11.440 bezoeken tegen 6.398 in 2015.
In 2016 hebben kinderen, jongeren en (pleeg)ouders in totaal 14.270 klachten geuit. Zij klaagden het meest over bejegening; de jeugdhulpverlener neemt de cliënt bijvoorbeeld niet serieus, of is niet neutraal. Op de tweede plaats staan beslissingen; die zijn onvoldoende gemotiveerd of onderbouwd, of de cliënt werd onvoldoende betrokken. Op de derde plaats staan klachten over gebrekkige informatie; cliënten kregen onvoldoende uitleg over de werkwijze van de instantie, de hulpverlening of over hun rechten.
De vertrouwenspersonen constateerden een aantal opvallende trends in 2016: Cliënten vragen steeds vaker ondersteuning van vertrouwenspersonen als het gaat over de gemeentelijke toegang tot de jeugdhulp. Die toegang is in de gemeenten op verschillende manieren ingericht. Veel cliënten weten niet waar zij terecht kunnen als ze vragen of klachten hebben over de aanpak van hun gemeente. Er zijn vragen en klachten over inzage in en opvragen van de dossiers en over de (her)indicatie. Er is bureaucratie en ouders voelen zich niet serieus genomen in de zorgen rond hun kind(eren).
Bij de gecertificeerde instellingen (jeugdbescherming en jeugdreclassering) waren er in een aantal regio’s onvoldoende jeugdbeschermers beschikbaar om de jeugdbeschermingsmaatregelen uit te voeren. Daarnaast levert het zogenaamde ‘drang-kader´ in de vrijwillige hulpverlening veel klachten op. Cliënten ervaren de bejegening in dit kader vaak als intimiderend.
Jongeren in open en gesloten jeugdhulpinstellingen klaagden vooral over de hantering van huisregels en de inzet van controlerende en beperkende maatregelen. Opvallend is dat in bepaalde open groepen sprake is van toepassing van controlerende en vrijheidsbeperkende maatregelen, terwijl dat niet mag. Fysiek ingrijpen blijft, net zoals andere jaren, een bron van klachten. Jongeren geven aan dat dit onnodig, te hard, of niet volgens de regels gebeurt.
Door: Redactie Nationale Zorggids