Normal_kind_wandelen_naar_school_hand34534

De Inspectie Jeugdzorg deed onderzoek naar de kwaliteit van het bemiddelingsproces bij vier vergunninghouders voor interlandelijke adoptie. Uit het onderzoek kwam naar voren dat een herijking noodzakelijk is van verantwoordelijkheden en kwaliteitsnormen in het proces van interlandelijke adoptie, opdat ook in de toekomst voor een adoptiekind de best passende ouders worden gevonden. Dit meldt de IJZ. 

De inspectie constateert dat zelfs bij een goed beoordeelde matching (de match tussen kind en adoptiefouder) het beoordelingsproces complexer is geworden, nu de landen van herkomst steeds vaker feitelijk beslissen welke aspirant adoptiefouders bij een kind passen. Deze op zich positieve ontwikkeling, in lijn met het Haags Adoptieverdrag, betekent echter dat de rol van de Nederlandse vergunninghouders wordt beperkt en er tegelijkertijd een discrepantie ontstaat tussen hetgeen van de vergunninghouders op grond van het Kwaliteitskader vergunninghouders interlandelijke adoptie wordt verwacht en hetgeen de meesten in de praktijk kunnen waarmaken.
 
Dit vraagt om een herijking van de rol en de verantwoordelijkheden van iedere organisatie die betrokken is bij het proces van interlandelijke adoptie, dus zowel van de Raad voor de Kinderbescherming en de vergunninghouders als van de Centrale autoriteit. Een dergelijke herijking kan een nieuwe balans scheppen tussen wensen, eisen en verwachtingen van alle betrokken partijen, zodat aspirant-adoptiefouders ook in de toekomst voldoende zullen zijn voorbereid op de komst van hun adoptiekind en ook aantoonbaar in staat zullen zijn om een kind te adopteren dat hun draagkracht niet te boven gaat.
 
© Nationale Zorggids