Normal_jeugdzorg_jongeren_jonge_mensen

Jongeren in een jeugdzorginstelling en pleegkinderen lopen kans om na hun achttiende verjaardag  in een zwart gat te vallen. Uit onderzoek van orthopedagoog Marja Cozijn blijkt dat de jeugdhulpverlening en wat erna komt niet goed op elkaar aansluiten. Dat meldt Trouw.

Cozijn onderzocht de overgang van de verplichte zorg voor minderjarigen in een instelling of pleeggezin naar volwassenheid. Zij constateert dat er voor deze jongvolwassenen weinig hulp beschikbaar is en dat ze min of meer aan hun lot worden overgelaten. 'Ze worden in het diepe gegooid, met de gewone zorgen die elke jongvolwassene heeft over geld, opleiding, huisvesting of werk. Maar ook met psychische problemen en onverwerkte trauma's', zegt Cozijn.

Wanneer de jeugdzorg na hun achttiende verjaardag stopt, vinden ze niet altijd de weg naar andere hulp. Cozijn pleit daarom voor 'één loket' waar ze met al hun vragen kunnen aankloppen. Het zou beter zijn als jeugdhulpverleners en pleegouders tijdig in kaart brengen welke hulp jongeren na hun achttiende verjaardag nodig hebben om op eigen benen kunnen staan, denkt Cozijn.

Jeugdzorg Nederland wijst erop dat er al mogelijkheden zijn tot verlengde jeugdzorg (tot 23 jaar) en dat er in sommige gemeenten initiatieven zijn om de nazorg goed te regelen. De branchevereniging erkent wel dat hierin nog verbetering mogelijk is.

© Nationale Zorggids