In het amateurvoetbal ontstaan jaarlijks bijna 80.000 blessures aan de achterste dijbeenspier (hamstring). De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) wil dit aantal omlaag brengen en testte daarom samen met het UMC Utrecht een speciale hamstringoefening. Aan het onderzoek deden 619 voetballers van 40 eersteklasse-amateurclubs mee. De helft van de teams voerden dertien weken lang twee keer per week een speciale krachtoefening uit voor hun hamstrings. De andere helft van de ploegen trainden op de gebruikelijke manier.

Het gaat om de zogenoemde nordic hamstring exercise, een excentrische spierkrachtoefening. Bij deze oefening zit een voetballer op zijn knieën op de grond terwijl zijn enkels stevig tegen de grond gedrukt worden door een andere speler. De knielende speler leunt langzaam naar voren, houdt bovenlichaam en heupen recht en remt de voorwaartse beweging af met zijn hamstrings. Wanneer hij dit niet meer vol kan houden, gebruikt hij beide handen om zijn val te breken.

Na afloop van het onderzoeksjaar bleken in de groep met de speciale oefening drie keer minder hamstringblessures (zes) voor te komen dan in de controlegroep (achttien). De duur van de hamstringblessures verschilde niet tussen beide groepen; spelers zijn gemiddeld dertig dagen geblesseerd, al loopt dit individueel sterk uiteen.

Hoofdonderzoeker Frank Backx, hoogleraar sportgeneeskunde UMC Utrecht: 'Voor het eerst hebben we in Nederland wetenschappelijk aangetoond dat deze veelvoorkomende blessure kan worden bestreden met een eenvoudige spierkrachtoefening die in de praktijk werkt. Ik hoop dat veel trainers de oefening standaard opnemen in hun oefenstof.' Manager sportgeneeskunde Edwin Goedhart van de KNVB: 'Vanzelfsprekend is het belangrijk om blessurevrij te zijn. De KNVB streeft daarom continu naar het voorkomen van blessures. Dit onderzoek draagt daar aan bij. Wij zullen deze oefening dan ook extra onder de aandacht brengen bij voetballend Nederland.'

© Nationale Zorggids