In de eerste helft van de tienertijd is het brein van kinderen nog volop in ontwikkeling. De hersenen worden steeds efficiënter in het verwerken van nieuwe informatie en herinneringen. Bij meisjes verloopt deze ontwikkeling iets sneller dan bij jongens. Dat meldt AD.
Jongens en meisjes hebben waarschijnlijk dezelfde vermogens in hun cognitieve functioneren. Dat jongens in de vroege pubertijd vaak wat slechter presteren dan meisjes op die leeftijd komt waarschijnlijk doordat jongens iets achterlopen op meisjes in hun neuropsychologische ontwikkeling.
Dat zegt hoogleraar Jelle Jolles van de Vrije Universiteit Amsterdam. Neuropsychologen van de universiteit deden onderzoek onder ruim 300 leerlingen uit de brugklas (13 jaar) en derde klas (15 jaar) van de middelbare school. De leerlingen moesten een opdracht maken waarbij ze combinaties van cijfers en letters moesten onthouden om daarna zo snel mogelijk de juiste cijfers bij de letters te zetten. De 15-jarigen bleken de taak beter te maken dan de 13-jarigen. Leerlingen uit het VWO scoorden beter dan HAVO-leerlingen en meisjes presteerden beter dan jongens. Hoge cijfers bleken geen indicatie voor betere prestaties op de taak uit het onderzoek.
Volgens de onderzoekers zijn de resultaten van het onderzoek belangrijk omdat deze aantonen dat zelfs relatief simpele cognitieve processen nog fors verbeteren bij leerlingen in de onderbouw. Ook hebben de onderzoekers nu meer zicht op welke factoren de individuele verschillen tussen leerlingen bepalen.
“Gerichte steun, sturing en inspiratie door leerkracht en ouder draagt bij aan de neuropsycholigische ontwikkeling van kinderen. Wij verwachten dan ook dat een pedagogische aanpak waarbij de neuropsychologische ontwikkeling wordt gestimuleerd zowel bij jongens als bij meisjes zal leiden tot een efficiëntere informatieverwerking en daarmee zal zorgen voor een betere leermotivatie en studieprestatie,” aldus hoogleraar Jolles.
© Nationale Zorggids