De wens van een meerderheid van de Tweede Kamer om bijvoorbeeld 'homogenezing' strafbaar te maken, stuit op een negatieve reactie van de Raad van State. Het belangrijkste adviesorgaan voor nieuwe wetgeving heeft begrip voor de wens dat strafbaarstelling een signaal kan afgeven naar de samenleving dat dit soort therapieën onwenselijk is. Maar toch is dat op zichzelf niet voldoende om hiervoor het wetboek aan te passen, stelt de Raad. Ook de handhaving is niet goed te regelen.
Zogenoemde conversiehandelingen zijn bedoeld om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van iemand te veranderen of die te onderdrukken. D66 en VVD dienden vorig jaar samen met PvdA, SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren een initiatiefwet in om deze omstreden therapieën in het Wetboek van Strafrecht op te nemen.
Het gaat de partijen, die nu een meerderheid in beide Kamers hebben, er vooral om jongeren en volwassenen in een kwetsbare positie te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van dit soort behandelingen. Die zouden soms nog worden gegeven door kerkelijke instellingen. Het kan gaan om gebedssessies. Ook kunnen betrokkenen bij dit soort therapieën psychisch onder druk worden gezet, of ziekmakende medicijnen of elektrische schokken toegediend krijgen als zij reageren op homo-erotische afbeeldingen. De Kamerleden willen juist dat acceptatie wordt bevorderd van bijvoorbeeld homoseksualiteit.
Grondrechten
Een totaalverbod op het aanbieden van conversiehandelingen, wat de partijen ook willen, is bovendien in strijd met de grondrechten van betrokkenen, aldus de Raad. De adviseurs stellen dat de partijen dat onderdeel beter kunnen schrappen in hun voorstel. Ook moeten ze duidelijker maken wat de meerwaarde precies is van de beoogde strafbaarstelling. Als ze dat niet kunnen, kunnen de initiatiefnemers volgens de raad hun wetsvoorstel beter laten zitten. Als ze er toch mee door willen gaan, dan zouden ze het voorstel moeten aanpassen en meer uitleg moeten geven, adviseert de raad.
Al in 2019 wilde een Kamermeerderheid een verbod op deze therapieën, maar het toenmalige kabinet wilde eerst onderzoek laten doen. Daaruit kwam naar voren dat een verbod op homogenezing vooral een symbolische waarde heeft, moeilijk in een wetstekst is te vatten en dat handhaving moeilijk is. Beter zou het zijn om te zorgen voor een cultuurverandering.
Door: ANP