Er is massaal gereageerd op het wetsvoorstel voor hervorming van de huurtoeslag. Bijna alle reacties zijn zeer kritisch. Ook Ieder(in) heeft een reactie gegeven op de plannen en ze vrezen dat de voorgestelde nieuwe berekeningswijze voor huurtoeslag een grote groep burgers, waaronder zeker ook mensen met een beperking of chronische ziekte, in financiële problemen zal brengen. Dat meldt Ieder(in).
Het wetsvoorstel hervorming huurtoeslag regelt dat de huurtoeslag niet langer gebaseerd wordt op de feitelijke hoogte van de huur, maar op een normhuur. Voor de meeste huurders wordt die normhuur 520 euro. Voor het deel van de huur boven de normhuur ontvangt een huurder geen huurtoeslag meer. Daardoor gaan mensen met een hogere huur er op achteruit. Voor aangepaste woningen geldt weliswaar een hogere normhuur, namelijk 597 in plaats van 520 euro, maar dat is niet voldoende. Toegankelijke of rolstoelgeschikte woningen zijn ook vaak duurder. Dus ook mensen met beperking, die een huur boven de 597 euro betalen zullen erop achteruitgaan. En zij hebben geen alternatief, want verhuizen naar een goedkopere aangepaste woning is geen optie. Die betaalbare, aangepaste huurwoningen zijn niet beschikbaar.
Servicekosten moeten meetellen voor huurtoeslag
Ook het afschaffen van de huurtoeslag voor servicekosten is nadelig. Toegankelijke woningen in wooncomplexen hebben relatief hoge servicekosten. Denk aan het onderhoud, schoonmaak en de service van liften en automatische deuren. Ieder(in) vindt dat de servicekosten mee moeten blijven tellen voor de berekening van de huurtoeslag.
Eenmalige huurverlaging is positief
Tegelijk met de plannen voor de huurtoeslag was er een consultatie over een wetsvoorstel voor eenmalige huurverlaging in 2024 voor huurders met een laag inkomen en een hoge huur. Daarvan vindt Ieder(in) in navolging van de Woonbond, dat deze huurverlaging – als het enigszins mogelijk is – al in 2023 toegepast moet worden. Want de financiële problemen van huishoudens met een laag inkomen zijn urgent.
Door: Nationale Zorggids