Een grote kinderopvangorganisatie met 150 locaties maakt zich mogelijk schuldig aan discriminatie van kinderen met een beperking. Gemengde groepen van kinderen met en zonder beperking zijn er sinds eerder dit jaar niet meer. Ouders, medewerkers en vier belangenorganisaties vinden dat dit tegen het VN-Verdrag voor mensen met een beperking ingaat. Het College voor de Rechten van de Mens heeft hierover een melding ontvangen en gaat uitzoeken of kinderopvang De Blos inderdaadgehandicapte kinderen uitsluit. Dit meldt NRC.
De Blos werkte voorheen met drie groepen waar kinderen met beperking of ontwikkelingsachterstand samen speelden met kinderen zonder beperking. In Houten, Zeist en Utrecht zijn ze hier nu mee gestopt omdat de kwaliteit en continuïteit onvoldoende geborgd kon worden.
In strijd met Nederlandse wet en VN-Verdrag
Defence for Children, Het Gehandicapte Kind, Art. 1 Midden Nederland en Eigenwijs in de Wijk vinden dat de sluiting van de groepen dwars tegen het VN-Verdrag voor mensen met een beperking ingaat en bovendien in strijd is met de Nederlandse wet. Ouders die eindelijk een passende plek voor hun kind hadden gevonden, voelen dat ze nu weer terug zijn bij af.
Opvang voor iedereen
De gemeentes wilden niet betrokken worden bij de sluiting, omdat het volgens hen ‘aan de markt’ is. “Kinderopvang is een sterk gereguleerde markt, gedreven door fiscale maatregelen. Daar heeft de overheid zeker wat over te zeggen. Bovendien heeft de overheid zichzelf als taak gesteld te zorgen dat er opvang is voor alle kinderen”, weerlegt José Smits van Het Gehandicapte Kind. Zij en drie andere organisaties hebben het College voor de Rechten van de Mens nu aangeschreven om te onderzoeken of de sluiting inderdaad in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Smits zou graag zien dat het advies van het college ervoor zorgt dat de overheid ingrijpt.
Door: Nationale Zorggids