De publieke sector is niet tevreden over de invulling van het Banenplan voor mensen met een arbeidsbeperking. In de Participatiewet, die in 2015 in werking trad, staat dat de overheid voor 25.000 passende banen moet zorgen, maar dit aantal lijkt niet evenredig met het totale werknemersaantal in de sector. Ook zouden mensen met een beperking niet altijd het werk kunnen doen dat bij de overheid aangeboden wordt. Dit meldt Trouw.
Door het Banenplan worden passende banen gecreëerd voor mensen die door een handicap of beperking niet zelfstandig het minimum loon kunnen verdienen. In totaal moeten 125.000 banen beschikbaar komen, 25.000 bij de overheid en de rest in het bedrijfsleven. Nu stelt de overheid dat dit aantal banen onevenwichtig is, omdat in de publieke sector acht keer zo weinig mensen werken dan in de marktsector.
Bovendien zou het soort werk dat mensen met een arbeidsbeperking kunnen doen, niet veel bij de publieke sector voorkomen. Veel ondersteunend werk zoals schoonmaak, catering en groenvoorziening zijn de afgelopen jaren uitbesteed aan andere partijen. Het zijn juist die banen die goed ingevuld kunnen worden door mensen met een arbeidsbeperking. Mede hierom heeft minister Asscher van Sociale Zaken een deel van de schoonmakers weer in dienst genomen bij de overheid.
Als het aan de publieke sector ligt, wordt het aantal banen in het Banenplan niet langer verdeeld tussen het bedrijfsleven en de overheid waaronder gemeenten, provincies, onderwijs, politie, waterschappen en ministeries vallen. Zo krijgen beide sectoren de kans om mensen met een arbeidsbeperking een passende baan te geven zonder enkel te letten op het aantal gecreëerde banen. Het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) heeft informateur Gerrit Zalm in een brief gevraagd om de spelregels voor het Banenplan te veranderen.
Door: Redactie Nationale Zorggids