Een groot deel van de leerlingen die les krijgen op een school voor voortgezet speciaal onderwijs, komt daarna in de Wajong terecht. Bijna de helft (48 procent) is volledig afhankelijk van deze uitkering voor jonge gehandicapten. Dit meldt de Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (ANGO).
In Nederland gaan zo'n 22.000 leerlingen naar het voortgezet speciaal onderwijs. Dat aantal is in twintig jaar tijd drie keer zo hoog geworden. Een op de vijf Wajongers heeft naast de uitkering een baan of volgt een opleiding. Het gaat vooral om jongeren met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. De cijfers zijn afkomstig uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), dat werd uitgevoerd omdat ouders van deze jongeren zich vaak afvragen wat hen te wachten staat na het voortgezet speciaal onderwijs (vso).
Zo'n 44 procent van de leerlingen van het vso stroomt door naar het reguliere onderwijs. Met name jongeren met een gedragsstoornis gaan bijvoorbeeld naar het mbo. Doven en slechthorenden blijken relatief de minste problemen te hebben bij het vinden van een baan. Voor mensen met een visuele beperking blijkt het moeilijker om een geschikte baan te vinden.
© Nationale Zorggids