(Novum) - De invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz), die de zorg voor de meest kwetsbare groepen vanaf 2015 moet regelen, is voor D66 geen gelopen race. De 'bevriende' oppositiepartij wil dat staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) de wet op een aantal wezenlijke punten aanpast. Dat heeft D66-Kamerlid Vera Bergkamp maandag gezegd.
De Tweede Kamer buigt zich vanaf woensdag twee dagen lang over de wet. "De staatssecretaris moet ons dan duidelijk maken dat deze wet op 1 januari 2015 ingevoerd kan worden", aldus Bergkamp. "Maar daarvoor is het wel noodzakelijk dat de wet op een aantal punten wordt aangepast. Het is een heel belangrijke hervorming, misschien wel de belangrijkste: het gaat om mensen die het meest behoefte hebben aan zorg."
Zo wil Bergkamp dat patiënten die veel zorg nodig hebben zelf mogen besluiten of ze wel of niet in een instelling terechtkomen. "In de nieuwe wet gaan zorgkantoren dat beslissen. In veel gevallen kunnen mensen dat heel goed zelf bepalen", aldus Bergkamp, die er verder voor pleit dat ouders hun gehandicapte kinderen thuis moeten kunnen blijven verzorgen.
Daarbij zien veel mensen die zorg nodig hebben door de bomen het bos niet meer, zo stelt Bergkamp. "Er zijn zo veel loketten en bijbehorende regels waardoor er veel onduidelijkheid is. De staatssecretaris moet één vast aanspreekpunt regelen."
De Wlz is de laatste van drie grote zorgwetten waarmee de zorg in Nederland volledig op de schop gaat. De wet vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Hiermee wordt de zorg geregeld voor mensen die dat eigenlijk 24 uur per dag nodig hebben.
Het kabinet is voor zijn plannen grotendeels afhankelijk van oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. Zonder deze 'bevriende oppositiepartijen' heeft het kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer. Eerder dit jaar werden de partijen het wel eens over andere plannen voor de zorg.
