Dit komt naar voren uit een promotieonderzoek van Ans Withagen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Withagen ontwikkelde een test waarmee tactiele vaardigheden gemeten kunnen worden. Tot haar verbazing bleek dat kinderen die nooit hebben kunnen zien niet beter zijn in het op de tast verkennen van een onbekend voorwerp dan ziende kinderen. Zowel blinde als ziende kinderen die de test uitvoeren volgen dezelfde strategieën en zijn even snel en nauwkeurig. Wel blijkt het werkgeheugen en kortetermijngeheugen bij blinde kinderen beter ontwikkeld dan bij leeftijdsgenoten die wel kunnen zien.

Ook op volwassen leeftijd zijn blindgeborenen niet beter in het op de tast verkennen van de exacte vorm van objecten. Wel kunnen ze dat veel sneller dan leeftijdsgenoten die wel kunnen zien. Withagen maakt hierbij belangrijke kanttekening: 'Die volwassen blinden zijn allemaal nog opgeleid aan de gespecialiseerde blindeninstituten. We moeten ervoor zorgen dat de blinde kinderen die nu naar gewone scholen gaan, ook de hulp krijgen die ze nodig hebben om dat tactiel functioneren optimaal te ontwikkelen.'

Het goed en snel kunnen voelen blijft belangrijk, want het op de tast de wereld verkennen doet een groot beroep op het geheugen. 'Wij zien een tafel in één blik, voor blinden is dat een serie voelbewegingen achter elkaar. Ook bij braillelezen moet je onthouden wat je net gevoeld hebt, je hebt geen overzicht en kunt niet terugkijken. Het blijkt dat niet alleen het kortetermijngeheugen maar ook het werkgeheugen van blinde kinderen beter ontwikkeld is dan van ziende leeftijdsgenoten', aldus Withagen.

© Nationale Zorggids