Mensen die mogelijk chlamydia hebben opgelopen, hoeven niet meer standaard op besmetting te worden getest wanneer ze geen klachten hebben. Dat moet voorkomen dat ze antibiotica krijgen terwijl ze die niet nodig hebben. Overbehandeling kan ziekteverwekkers resistent maken.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verandert de richtlijnen voor seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's). Die gaan op 1 januari in en gelden voor de Centra Seksuele Gezondheid van de regionale GGD'en, oftewel de soa-poli's. Mensen worden nog wel op chlamydia getest wanneer ze klachten hebben, of wanneer ze zijn gewaarschuwd door hun vaste partner die chlamydia met klachten heeft.
"Voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. De meeste infecties met chlamydia gaan vanzelf over zonder blijvende gevolgen, vooral bij mensen zonder klachten", verklaart een woordvoerder van het RIVM.
Branderig gevoel
Soa Aids Nederland is blij met de aangepaste richtlijnen voor chlamydia. "Veel mensen zijn jarenlang bang geweest voor de negatieve gevolgen van deze soa. Deze nieuwe inzichten laten dus ook zien dat die angst voor een groot deel ongegrond is. Het is belangrijk om mensen niet onnodig bang te maken", verklaart arts Hanna Bos van de organisatie.
Chlamydia werd vorig jaar bij ongeveer 24.000 mensen vastgesteld. De geslachtsziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia trachomatis. Na besmetting kunnen mensen last krijgen van pijn of een branderig gevoel bij het plassen en van afscheiding. Vrouwen die niet op tijd worden behandeld kunnen onvruchtbaar worden.
Door: ANP