Zorgverzekeraar DSW moet een preferentiebeleid gaan voeren voor medicatie. Dit is een gevolg van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven in een zaak tussen ONVZ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die ook invloed heeft op het beleid van DSW. De verzekeraar wil bepaalde geneesmiddelen niet aanwijzen als voorkeursmiddel, maar moet dat nu - net als ONVZ - wel doen. Dit meldt DSW.
De meeste zorgverzekeraars voeren een preferentiebeleid waarbij ze een voorkeursmiddel aanwijzen die door de apotheker wordt verstrekt. DSW en ONVZ werken anders en laten de apotheker bepalen welk merk uit een groep onderling vervangbare medicijnen hij uitgeeft. De zorgverzekeraars hebben hier ondanks de hogere kosten altijd tegen gestreden omdat het de keuzevrijheid van verzekerden beperkt.
Ander medicijn mee naar huis
Moet DSW een voorkeursgeneesmiddel aanwijzen, dan kan dit voor verzekerden betekenen dat zij straks een ander medicijn mee naar huis krijgen. De verzekeraar vindt niet dat de keuze voor een geneesmiddel bij de verzekeraar moet liggen, maar expliciet bij de apotheker. “Het is voor ons helaas niet mogelijk aan het huidige beleid vast te blijven houden, omdat de kosten daarvan een te groot effect hebben op de premie voor al onze verzekerden.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky