Jonas Everaert is universitair docent aan het departement Medical and Clinical Psychology van Tilburg University. Hij promoveerde aan de universiteit Gent en onderzoekt hoe mensen sociale situaties interpreteren en wat er gebeurt als dit misgaat. Zijn onderzoek gaat zowel over de cognitieve, affectieve als sociale componenten van depressie. Onlangs meldde Tilburg University dat negatieve gedachten en gevoelens van eenzaamheid mogelijke voorlopers van depressie zijn. Om hier meer over te weten te komen, ging de Nationale Zorggids in gesprek met dr. Jonas Everaert.
Kun je van herhaaldelijke negatieve gedachten depressief worden?
“Mensen met psychologische problemen, zoals depressie, piekeren bijna altijd”, aldus Everaert. “Piekeren is eigenlijk een ander woord voor herhaaldelijke negatieve gedachten. Deze mensen gaan dus malen. Zij malen over wat er in het verleden misging of over wat er in de toekomst mis zou kunnen gaan. Negatieve gedachten en daarover blijven malen, worden gelinkt aan een grotere kans op depressie.”
Wanneer leidt piekeren tot een piekerstoornis en wanneer tot een depressie?
“Piekeren is vrijwel altijd een onderdeel van depressie. Maar veel voorkomende voorlopers van depressie zijn piekeren over eenzaamheid en piekeren over de vraag waarom je maar niet vooruitkomt in het leven. Die twee soorten piekeren zijn in het bijzonder voorspellend voor veel symptomen van depressie, waaronder de kernsymptomen: de depressieve stemming en het gebrek aan interesse en plezier in dingen.”
U heeft het in uw onderzoek ook over emotieregulatie. Werken gedachten een bepaalde emotie in de hand?
“Piekeren zien we eigenlijk als een vorm van emotieregulatie. Soms piekeren mensen onbewust, maar anderen piekeren juist doelbewust, om controle uit te oefenen. Zij denken: als ik voldoende nadenk om te begrijpen waarom ik me zo voel, dan ontdek ik misschien de oorzaak en kan ik er wat aan doen. Het probleem is alleen dat dit niet werkt. Het versterkt de symptomen van depressie zelfs.”
Wat is dan het verschil tussen grondig nadenken en piekeren?
“Het verschil tussen ergens over nadenken en piekeren is dat je in het eerste geval gedachtes hebt over hoe je een probleem kan aanpakken, maar als je piekert, heb je eerder passieve gedachtes over wat er misgaat. Dat nadenken noemen we reflecteren, maar als je piekert, blijf je maar in die molen vastzitten zonder tot een oplossing te komen.”
Is dit iets waarop je jezelf kunt “betrappen” zodat je er iets aan kunt doen?
“Niet iedereen is zich ervan bewust dat hij of zij piekert, maar sommige mensen hebben dit wel door. Het is belangrijk dat mensen die piekeren zich bewust worden van deze gedachten en (leren) deze een halt toe te roepen. Soms helpt het om het piekeren op een vast tijdstip toe te laten (“een piekeruurtje” inplannen, red.) en de rest van de dag er niet aan toe te geven. Een andere mogelijkheid is om iets anders te gaan doen; iets wat incompatibel is met piekeren, bijvoorbeeld sporten of een gesprek met iemand aanknopen.”
Bij sporten en sociaal contact komen stoffen vrij die je een fijn gevoel geven, maar bij piekeren draait het om gedachten. Je hoort weleens dat depressie een chemische disbalans is: dat is dus niet zo?
“Al die zaken zijn nauw met elkaar verbonden. Bij depressie heeft men geen energie en weinig zin in dingen. Mensen met een depressie hebben vaak ook geen zin om te gaan bewegen. Gedragsactivatie is dan ook een van de eerste stappen in de behandeling van depressie. Het is belangrijk om mensen weer op de been te krijgen en te zorgen dat ze weer leuke dingen gaan doen, maar ook klusjes en huishoudelijke taken. Mensen moeten weer positieve prikkels opdoen en ook het biologische proces moet weer op gang helpen. Zowel cognitieve, affectieve, biologische als sociale processen spelen een rol bij depressie en die zaken versterken elkaar soms ook.”
Dus je moet in feite dingen gaan doen die op dat moment “tegennatuurlijk” voelen?
“Ja, dat klopt. Rusten is lang niet altijd de oplossing. Soms moeten mensen juist meer doen. Naar buiten gaan, positieve prikkels opdoen. Gedachten kunnen een weerspiegeling zijn van je gedrag. Als je weinig doet, kan het zijn dat je negatief over je eigen prestaties gaat denken. Je kunt dit doorbreken door aan de slag te gaan, ondanks de negatieve gedachten. De positievere gedachten volgen daarna. Gedragsverandering helpt om de positievere gedachten die je bij cognitieve gedragstherapie formuleert te geloven. Zo is er onlangs een mindsetinterventie gepubliceerd, waarbij er geprobeerd wordt om stress als potentieel leerzaam en behulpzaam te beschouwen. Acute stress stoomt je lichaam immers klaar om te presteren. Stress is een natuurlijke reactie die iets signaleert. Je moet ergens op reageren. Het is dus niet per se iets dat oncontroleerbaar en belemmerend is, mits het niet te lang duurt. Als je een positief label op een ‘negatieve emotie’ plakt, helpt dat om er op een betere manier mee om te gaan.”
Ik kwam in uw onderzoek de term “positief herinterpreteren” tegen. Is depressie dan een kwestie van perspectief?
“Interpretatieprocessen spelen een grote rol, inderdaad. Hoe kijken mensen naar de gebeurtenissen om hun heen? Stel: je komt een vriend tegen op straat, en die loopt je gewoon voorbij, dan kun je dat op meerdere manier interpreteren. Misschien was die persoon druk of in gedachten verzonken en heeft hij je niet gezien. Je kan echter ook denken dat die persoon geen zin heeft om met je te praten. Depressieve mensen zullen vaker die negatieve interpretaties selecteren. Het is dus de kunst om dat herinterpreteren te oefenen en te versterken. Moeilijkheden bij het zien van de positieve kanten in situaties blijkt namelijk een voorspeller van depressie. Het is van belang om te leren van negatieve of stressvolle situaties. Als je heel gestrest bent voor een examen, vraag je dan af hoe je die stress kunt verminderen in plaats van jezelf verwijten te maken.”
Dat zijn allemaal externe zaken, maar speelt zelfbeeld ook een rol?
“Vermoedelijk wel. Voor zover ik weet, is dat nog niet grondig onderzocht, maar de kans is groot dat het beeld dat je van jezelf, van anderen en de wereld hebt, kleurt hoe je situaties in het dagelijkse leven interpreteert.”
De een kan beter alleen zijn dan de ander. Zijn mensen die goed alleen kunnen zijn minder vatbaar voor depressie?
“Dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar niet iedereen is even sociaal behoeftig. De een heeft meer sociaal contact nodig dan de ander. Wat in alle gevallen belangrijk is, is dat je enkele goede vrienden hebt, al heeft de ene persoon meer vrienden nodig dan de ander. Geïsoleerd zijn verhoogt in elk geval de kans op allerlei psychologische problemen, waaronder depressie.”
Wat is van belang bij het voorkomen van depressie?
“Het is belangrijk om niet te veel te piekeren over eenzaamheid, jezelf niet te vaak af te vragen waarom je niet op gang komt en om de positieve kant van (stressvolle) gebeurtenissen in te zien. Als je deze negatieve dingen herhaaldelijk bij jezelf opmerkt, is het een goed moment om in te grijpen om een depressie te voorkomen. Verder is zelfzorg (gezond eten, voldoende slapen, bewegen en sociale contacten onderhouden) belangrijk. Dat is cruciaal om meerdere psychische problemen te voorkomen. Je kunt altijd nog symptomen van depressie ervaren, maar al deze dingen verkleinen de kans daarop.”
Door: Nationale Zorggids / Æde de Jong