Vitaminen, mineralen en paracetamol waarvoor een alternatief beschikbaar is in de vrije verkoop, horen niet thuis in het basispakket. Deze middelen zijn vergelijkbaar met zelfzorgmiddelen en kunnen voor eigen rekening en verantwoording van verzekerden komen. Daar komt bij dat de prijs van deze middelen in de vrije verkoop lager is dan de kosten die via het basispakket worden gemaakt. Dit staat in het advies ‘Horen vitaminen, mineralen en paracetamol (1000 mg) nog thuis in de basisverzekering?’, dat het Zorginstituut deze week uitbrengt. Dit meldt het Zorginstituut.
Het advies over vitaminen, mineralen en paracetamol (1000 mg) gaat over de vraag: waar begint een collectieve verantwoordelijkheid voor zorgkosten en daarmee noodzakelijk te verzekeren zorg? Minister Schippers van Volksgezondheid heeft het Zorginstituut gevraagd of deze middelen vanuit dit oogpunt thuishoren in het basispakket. Het gaat om een aantal relatief goedkope middelen die regelmatig worden voorgeschreven en die nu worden vergoed uit de basisverzekering.
Voor een aantal van deze middelen is een (nagenoeg) vergelijkbaar product verkrijgbaar in de vrije verkoop, meestal voor een veel lagere prijs. Voor deze middelen adviseert het Zorginstituut dat deze niet langer deel moeten uitmaken van het basispakket. Wanneer er geen alternatief is in de vrije verkoop, dan vindt het Zorginstituut het nu te vroeg om deze middelen uit het basispakket te halen.
Het komt voor dat een middel via een recept van de huisarts veel duurder is dan in het geval dat de huisarts een patiënt adviseert een goedkopere variant bij de drogist te gaan halen. Vooral in het geval dat de patiënt zijn eigen risico nog niet heeft opgemaakt, heeft hij hier baat bij. Het schrappen van deze middelen uit de basisverzekering zorgt er ook voor dat de zorgkosten in Nederland niet te ver oplopen.
Door: Redactie Nationale Zorggids