Een aantal diabetespatiënten is vanaf 1 januari 2017 opnieuw afhankelijk van hun apotheek of hulpmiddelenleverancier voor de keuze van een glucosemeter. De Tweede Kamer heeft onlangs besloten dat die keuze juist bij de patiënt en de behandelend arts moet liggen. Het risico bestaat dat de goedkopere glucosemeters minder nauwkeurig zijn, wat kan leiden tot complicaties. Dit meldt Algemeen Dagblad.
De grote zorgverzekeraars schikken zich naar de wens van de Tweede Kamer en laten het aan de patiënt over om een geschikte glucosemeter te kiezen. Zij zijn dan niet langer afhankelijk van het aanbod van hun apotheek en van welke producten er prijsafspraken zijn gemaakt met de verzekeraars. Echter weigeren vier kleine zorgverzekeraars nu hun medewerking te verlenen. Het gaat om ONVZ, a.s.r., Eno en Zorg en Zekerheid.
De Diabetesvereniging Nederland (DVN) is niet te spreken over de beslissing van de vier zorgverzekeraars. De vereniging ontving het afgelopen jaar honderden klachten over de problemen met de keuze van een glucosemeter. Patiënten werden gedwongen om een goedkoper model te gebruiken, hoewel deze minder nauwkeurig is. “Maar als de meter niet bij de wensen van de patiënt aansluit, zorgen we alsnog dat een passend hulpmiddel wordt geleverd”, zegt een woordvoerder van ONVZ.
De keuze voor het juiste hulpmiddel is erg belangrijk, stelt kinderarts Henk Veeze van kliniek Diabeter. “Als patiënten zonder mijn medeweten niet de juiste meetinstrumenten meekrijgen, klopt dat niet.” Wie ernstige diabetes heeft, kan door de minder nauwkeurige strips te veel of te weinig insuline spuiten. Dat kan zeer ernstige gevolgen hebben voor de patiënt en kan zelfs leiden tot een coma.
Door: Redactie Nationale Zorggids
