De psychische hulpverlening aan kankerpatiënten in Nederland staat onder financiële druk. De vier instituten die deze specifieke zorg bieden zijn voor een groot deel afhankelijk van giften. De financiële basis voor de instellingen is daardoor dusdanig onzeker dat ze in hun voortbestaan worden bedreigd. Volgens de ggz-instituten ligt de oorzaak bij de zorgverzekeraars die te lage tarieven aanhouden voor de zorg. Dit meldt de Volkskrant.
De tarieven voor psychische hulp bij kanker zijn gebaseerd op de kosten van de reguliere ggz-zorg. Volgens de instellingen zijn deze echter niet toereikend omdat de zorg grillig en arbeidsintensief is. “Wij moeten vaak naar doodzieke patiënten die thuis op bed liggen”, legt adjunct-directeur Margot Remie van instituut De Vruchtenburg in Rotterdam uit. “Dat kost uren. De standaard acht behandelingen zijn vaak niet genoeg." Volgens Remie zijn er collega's die dan maar in hun eigen tijd, onbetaald, naar patiënten toe gaan.
Hoogleraar Joost Dekker van het VUmc stelt dat ongeveer tien tot twaalf procent van de kankerpatiënten gespecialiseerde psychische zorg nodig heeft. Dat betekent dat elke therapeut zo'n zes of zeven patiënten per dag moet zien, zegt Bram Kuiper van het Helen Dowling Instituut (HDI). Maar gezien de ernst van de situaties van de meeste patiënten is dat verre van haalbaar.
De situatie is “nijpend”, zegt ook directeur Otto van den Brink van de Vruchtenburg. Instellingen proberen de financiële kosten te dekken met donatie-evenementen zoals sponsorlopen, golftoernooien, gala's en fancy fairs. Maar de instituten zullen het niet lang meer rekken met deze wijze van fondsenwerving: “Als er één gala mislukt, vallen wij om”, aldus Kuiper van het HDI.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zegt dat uitzonderingen mogelijk zijn op de vastgestelde tarieven. Instellingen kunnen met verzekeraars afspraken maken om meer te kunnen declareren wanneer er sprake is van een bijzondere behandeling. Ook is het volgens de NZa mogelijk om structurele verhoging van de tarieven af te spreken met verzekeraars. Volgens Kuiper duurt dat proces echter te lang om de instituten nog te kunnen redden.
© Nationale Zorggids