Tuchtcollege: ‘Zorgverzekeraar had met kno-arts in gesprek moeten gaan’
Een kno-arts is door een zorgverzekeraar voor de tuchtrechter gesleept. De verzekeraar verwijt het de kno-arts onvoldoende te hebben meegewerkt aan een fraudeonderzoek door verwijsbrieven niet te overleggen. Het tuchtcollege is van mening dat de verzekeraar mag klagen over het niet meewerken aan een onderzoek, maar vindt dat de arts zijn medewerking aan het onderzoek met redelijke grond heeft geweigerd. Dit meldt het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
Voor de jaren 2009 tot en met 2011 hadden de partijen zorgovereenkomsten afgesloten. De kno-arts werkte op dat moment als waarnemer in verschillende ziekenhuizen en verleende op een buitenpoli van een ziekenhuis medisch-specialistische zorg. De verzekeraar ontving een melding van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over mogelijk fraudepraktijken door de arts. In dat kader vond een informatief gesprek plaats en vroeg de verzekeraar 35 verwijsbrieven op. Een aantal van deze brieven bleken valselijk te zijn opgemaakt, waarvoor de arts later ook strafrechtelijk is veroordeel.
Nog eens tweehonderd verwijsbrieven
Naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek vroeg de zorgverzekeraar nog eens tweehonderd verwijsbrieven op, maar reageerde arts niet op. Volgens hem moest de verzekeraar eerst het juridische kader van het onderzoek aan hem duidelijk maken. En had de verzekeraar hem op de hoogte moeten stellen van de resultaten van het onderzoek en het doel van het nadere onderzoek. Dit deed de zorgverzekeraar niet.
Hoewel de arts had aangeboden om met de verzekeraar in gesprek te gaan, weigerde deze dit. Vanwege de geheimhoudingsplicht tegenover zijn patiënten, wilde de kno-arts zonder de benodigde informatie geen verwijsbrieven overleggen.
De klacht van de zorgverzekeraar kan als ontvankelijk gezien worden, maar de instantie had zich wel aan het controledoel en controleplan moeten houden. Ook als contractpartner van de kno-arts had het de zorgverzekeraar niet misstaan als zij eerst met hem om de tafel was gaan zitten. Daarom vindt het college dat niet kan worden geconcludeerd dat de arts zijn medewerking aan het onderzoek zonder redelijke grond heeft geweigerd.
Door: Nationale Zorggids