Psychische hulp voor 25 procent van de jonge medewerkers in de ggz
In geen enkele andere sector is de werkdruk zo hoog als in de geestelijke gezondheidszorg. Uit onderzoek van Stichting IZZ blijkt dat zelfs de werkdruk in ziekenhuizen hier niet aan kan tippen. In 2022 ervaarde 20 procent van de psychologen, therapeuten en psychiaters emotionele uitputting. In ziekenhuizen had 10 procent daar last van. Dit meldt Trouw.
Vooral jonge medewerkers in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) ervaren mentale problemen door hoge werkdruk. 27 procent zocht hiervoor psychologische hulp bij een huisarts, collega-psycholoog of psychiater. In ziekenhuizen zocht 13 procent van de medewerkers vorig jaar psychologische hulp als gevolg van de hoge werkdruk.
ZPM: Zorgprestatiemodel of Zonder Plas Moment?
Volgens Stichting IZZ heeft de invoering van het Zorgprestatiemodel geleid tot een hogere werkdruk in de ggz. Behandelaren en therapeuten declareerden eerst hun directe én indirecte tijd met de patiënt, maar sinds 2022 kunnen ze alleen nog directe tijd declareren. Hoewel er in het Zorgprestatiemodel minder administratie nodig is, dreigt het gevaar wel dat de indirecte tijd, zoals overleggen met collega’s of familieleden van patiënten óf herstelmomenten, uit het rooster worden geschrapt. Het geld dat ggz-instellingen daarvoor krijgen, kunnen ze dan elders besteden. “Dat gebeurt in stilte, maar het zorgt wel voor een constant hoge mentale belasting van behandelaren.”Het Zorgprestatiemodel is afgekort ZPM, maar staat in de ggz inmiddels ook bekend als Zonder Plas Moment.
In het diepe gegooid
Onder indirecte tijd valt naast overleg met collega’s, ook het inwerken van nieuwe werknemers en daar is nu eveneens minder tijd voor. De jonge werknemers missen goede begeleiding, worden in het diepe gegooid en krijgen meteen een grote verantwoordelijkheid op hun schoot geworpen. IZZ vermoedt dat hierdoor psychische problemen ontstaan bij deze groep zorgverleners.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky