OM reageert op berichtgeving over zedenmisdrijven in de zorg
Het Openbaar Ministerie weerspreekt berichtgeving dat het OM blundert met het registreren van mensen met een medisch beroep die zijn veroordeeld vanwege een zedenmisdrijf. Uit de brief die minister Schippers en minister Van der Steur aan de Tweede Kamer zonden, blijkt juist dat de samenwerking tussen OM en IGZ soepeler verloopt. Dat meldt het OM.
Vorige week schreven ministers Schippers en Van der Steur dat het OM blundert met het registeren van mensen met een medisch beroep die zijn veroordeeld voor een zedenmisdrijf. Volgens de brief zou het OM niet registreren welk beroep een verdachte van een zedenmisdrijf uitoefent, zo schreef de Telegraaf vorige week.
In juli 2015 hebben OM en de Inspectiedienst in een samenwerkingsprotocol nadere afspraken gemaakt. Die afspraken betreffen onder meer dat wanneer het Openbaar Ministerie weet dat een persoon die werkzaam is in de zorg, is veroordeeld voor een zeden- of levensdelict dat is gepleegd in de privé-sfeer, dit zal worden doorgegeven aan de Inspectiedienst. Het Openbaar Ministerie voert die afspraak uit en dat heeft sinds 2015 geleid tot één melding.
Het Openbaar Ministerie benadrukt dat het beroep dat een verdachte uitoefent, door politie of OM doorgaans niet wordt geregistreerd omdat het voor de strafzaak zelden relevant is. Om die reden voorziet het registratiesysteem van het Openbaar Ministerie er ook niet in om het beroep van een verdachte apart te vermelden. Het goed uitvoeren van het samenwerkingsprotocol vergt om die reden alertheid bij zowel de politie tijdens het verhoor als de officier van justitie bij beoordeling van de zaak. Binnen het Openbaar Ministerie wordt hiervoor voortdurend aandacht gevraagd, bijvoorbeeld in overleggen van de medische portefeuillehouders en het platform Zeden en het platform van executieofficieren.
Door: Redactie Nationale Zorggids