1.Je doet het automatisch
Veel verslavingen gebeuren eigenlijk automatisch. Dat geldt met name voor gedrag dat sociaal geaccepteerd is. Roken is zo’n gewoonte, waar je tot een paar jaar geleden niet over nadacht. Ook alcohol heeft onder bepaalde omstandigheden een geaccepteerd imago. Denk aan drinken tijdens een feestje. Verslaving aan lekker eten of aan gebruik van je smartphone is ook een automatisme. Hoe vaak heb jij al zonder nadenken iets te eten gepakt of check je zonder nadenken je Twitter om te zien of er nieuwe berichten zijn? Bij verslavingshulp weten ze maar al te goed hoe dit werkt. Zo zal een professional als Trubendorffer je helpen om je bewust te worden van dit gedrag zodat je er iets aan kunt veranderen.
2. Je voelt je prettiger als je het doet
Het kenmerk van verslavende middelen is dat ze zorgen dat je je prettiger voelt. Veel mensen ervaren bijvoorbeeld alcohol als ontspannend. Dat maakt het prettig om het te gebruiken. Ben je eenmaal verslaafd aan iets, dan is ermee stoppen juist helemáál niet prettig. Je kunt last krijgen van flinke ontwenningsverschijnselen. Uiteindelijk is er nog maar één ding wat je lichaam wil en waar je voortdurend aan denkt - totdat je toegeeft en het weer gebruikt. Wanneer je steun krijgt van anderen, krijgt het volhouden van je goede voornemens grotere pluspunten. Je voelt je gesteund en gewaardeerd omdat je je best doet. Daarom werkt samen afkicken van bijvoorbeeld een alcohol verslaving veel effectiever dan wanneer je het in je eentje probeert.
3. Je zelfbeheersing raakt op
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen de dag starten met een bepaalde hoeveelheid zelfbeheersing. Elke keer als je bewust een beslissing kiest die tegen je wil ingaat (je hebt bijvoorbeeld zin in snoep, maar je neemt een appel), kost dat wat van je zelfbeheersing. Voel je je niet goed, bijvoorbeeld als je slecht hebt geslapen, dan gaat je zelfbeheersing verder naar beneden. Je zelfbeheersing wordt juist beter als je je heel goed voelt. Dit is de oorzaak dat je zelfbeheersing uiteindelijk gewoon ophoudt - en je dus ondanks je goede voornemens toch terugvalt in je slechte gewoontes.
4. Je raakt gedemotiveerd
Je motivatie begint meestal best goed. Denk maar aan de goede voornemens voor het nieuwe jaar. Maar als het misgaat, neemt de motivatie af. Hoe vaker het misgaat, hoe minder groot je motivatie is om toch door te gaan. Zo belanden veel goede voornemens al na een paar weken in de vuilnisbak. Wanneer je je plannen deelt met anderen en door anderen gesteund wordt, blijft je motivatie veel beter. Bovendien kun je bij lotgenoten ook anderen helpen motiveren om het vol te houden, wat ook weer goed is voor je eigen motivatie. Daarom krijgen ook steeds meer medische patiënten die een ongezonde leefstijl hebben extra begeleiding bij het veranderen van hun leefstijl.
Bij een verslaving helpt het om het afkicken samen te doen met anderen. Dat kan via je persoonlijke sociale netwerk. Maar soms is het fijner om het te doen met lotgenoten of met onbekenden. Schaam je je voor je verslaving, maar wil je er wel vanaf? Door hulp te zoeken kom je het snelst van je verslaving af.
