Klacht tegen psychiater over medicatiemonitoring ongegrond verklaard
Een tuchtzaak tegen een psychiater, verbonden aan een FFACT-team dat ambulante zorg verleende, is door het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam ongegrond verklaard. De zaak werd aangespannen door de ouders van een patiënt die overleed aan een overdosis of suïcide. Zij stellen dat de psychiater onzorgvuldig handelde bij het voorschrijven en monitoren van medicatie, met name Baclofen. Dit meldt het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
De patiënt kampte met complexe verslavingsproblematiek en ernstige psychische klachten. Volgens het tuchtcollege koos de psychiater weloverwogen voor Baclofen. Dit off-label voorgeschreven middel werd ingezet om angstklachten te verminderen en het gebruik van Diazepam en GHB te beperken. De psychiater had eerder positieve ervaringen met Baclofen en overlegde over de dosering met een verslavingsarts. Bovendien was zij door eerdere positieve ervaringen competent om het middel voor te schrijven.
Toezicht op medicatie
Het toezicht op het medicatiegebruik verliep via wekelijkse of tweewekelijkse telefoongesprekken tussen de patiënt en de psychiater en er was regelmatig contact met andere leden van het FFACT-team, waaronder een basisarts en casemanagers. Toen de patiënt in een andere regio bij een nicht ging wonen, werd de zorg ingewikkelder. De crisisdienst in die regio nam een groter deel van de zorg over, terwijl het FFACT-team contact bleef houden.
Psychiater handelde zorgvuldig
Het college oordeelde dat de psychiater zorgvuldig heeft gehandeld in de keuze voor de medicatie en in de monitoring ervan. De klacht is daarom ongegrond verklaard door het tuchtcollege voor de gezondheidszorg.