Een schadelijke variant van de darmbacterie E.coli kan leiden tot nierfalen bij kinderen. In Canada leidde een uitbraak hiervan op elf kinderdagverblijven tot 96 besmettingen en 22 ziekenhuisopnames. Wetenschapper Nicole van de Kar van het Radboudumc en twee collega’s uit Noord-Amerika benadrukken het belang van tijdige actie bij een uitbraak van de schadelijke variant van E.coli. Zorgverleners in de eerstelijn moeten zo’n infectie tijdig kunnen herkennen. Dit meldt het Radboudumc.
In de meeste gevallen is E.coli niet gevaarlijk. Maar de shiga-toxine producerende E.coli (STEC) bacterie TEC, kan wel tot nierschade bij kinderen leiden. Shiga-toxine is een soort gifstof die schade aan de cellen in de darmwand veroorzaakt. Soms hebben patiënten ernstige diarree, in combinatie met darmbloedingen. Dit duurt ongeveer vier dagen en daarna voelt de patiënt zich al snel weer beter. Maar bij 15 tot 20 procent van de patiënten kan tot twee weken na de start van de diarree het hemolytisch uremisch syndroom (HUS) optreden. Dit is acuut nierfalen en komt vooral voor bij kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar. Ook ouderen kunnen hierdoor getroffen worden.
Kinderen eerst beter voordat ze achteruit gaan
De nierfunctie gaat bij HUS snel achteruit omdat er kleine stolsels in de bloedvaten van de nieren zitten en de rode bloedcellen afbreken. Deze vorm van HUS is te herkennen door (bloederige) diarree. Kinderen moeten hierdoor aan de nierdialyse en soms zelfs een niertransplantatie ondergaan. Gelukkig is HUS zeer zeldzaam, maar dat maakt het des te belangrijker voor zorgverleners om de symptomen te herkennen. Het lastige aan een STEC-infectie is vooral dat kinderen vaak beter worden voordat ze achteruitgaan. “Vervolgens ontwikkelen ze complicaties. Opvolging is heel belangrijk; te vroeg stoppen of niet vaak genoeg opvolgen kan ertoe leiden dat kinderen thuis verslechteren en dat complicaties onopgemerkt blijven.”
Eerste- en tweedelijns zorgverleners voorlichten over STEC
“We willen met name eerstelijns zorgverleners zoals huisartsen en spoedeisende hulp-artsen voorlichten over deze ziekte. Maar ook voor de tweede lijn, zoals kinderartsen en internisten, is deze kennis belangrijk”, aldus Van de Kar. Tijdig optreden tegen de symptomen betekent herstel van het merendeel van de kinderen (85 procent). Overigens is tijdig behandelen geen antibioticakuur, maar symptoombestrijding: overname van nierfunctie, balans houden in de vocht- en mineralenhuishouding en bloedtransfusies.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky