Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker kunnen vrouwen iedere twee jaar röntgenfoto’s laten maken van hun borsten. Is het niet beter om zo’n standaardprocedure te vervangen door onderzoek op maat waarbij rekening wordt gehouden met het risicoprofiel van iedere vrouw? Met dat vraagstuk houdt hoogleraar Mireille Broeders zich al jaren bezig. Echter het ontwikkelen van zo’n alternatieve aanpak blijkt niet eenvoudig. Dit meldt ZonMw.
Dat het bevolkingsonderzoek borstkanker zinvol is, onderbouwt Broeders met harde cijfers. Jaarlijks overlijden volgens haar ongeveer drieduizend vrouwen aan borstkanker. Zonder bevolkingsonderzoek zou dit aantal oplopen tot zeker vierduizend vrouwen. “Met röntgenfoto’s kun je zien wat de vrouw zelf nog niet kan voelen. Daardoor ben je er eerder bij en is de behandeling minder intensief en de kans op overleven groter.”
Effectiever en doelmatiger
Jaarlijks doen ongeveer 1 miljoen vrouwen mee aan de landelijke screening, die volgens Broeders prima functioneert, maar wel effectiever en doelmatiger kan. Er zijn namelijk ook enkele nadelen. Er zijn bijvoorbeeld vrouwen die worden doorverwezen en uiteindelijk toch geen borstkanker blijken te hebben. Aan de andere kant zijn er ook vrouwen bij wie niets wordt gevonden en die later toch borstkanker blijken te hebben. “En er worden vrouwen behandeld bij wie dat misschien niet nodig was geweest omdat de tumor niet agressief was. Zo’n, achteraf gezien onnodige operatie, kan ook nog eens complicaties geven.”
Sinds 2014 werkt Broeders aan optimalisering van het bevolkingsonderzoek borstkanker, waarbij ze risicofactoren voor deze vorm van kanker verzamelt. Inmiddels zijn die risicofactoren grotendeels bekend, maar al die informatie wordt binnen de screening niet gebruikt.
Screening op maat
“Ons idee was om met die risicofactoren vrouwen met een laag, gemiddeld of hoog risico op borstkanker van elkaar te kunnen onderscheiden om vervolgens daarop de screening aan te passen. Dan heb je screening op maat. In de toekomst zou de groep met een hoog risico vaker opgeroepen kunnen worden voor onderzoek waarbij wellicht ook andere screeningstesten ingezet kunnen worden. De groep die laag scoort, hoeft dan minder vaak terug te komen en kan bijvoorbeeld al met 70 jaar stoppen.”
Hier deed Broeders onderzoek naar, maar over de resultaten is ze enigszins teleurgesteld. De bestaande modellen zijn nog niet goed genoeg in staat vrouwen met en vrouwen zonder borstkanker van elkaar te onderscheiden. Desondanks is dankzij dit onderzoek de kennis over borstkanker toegenomen en is er een uitgebreid gedocumenteerd cohort voor handen van vrouwen, inclusief hun borstfoto’s. . Dat maakt ook weer nieuw onderzoek mogelijk, bijvoorbeeld naar kustmatige intelligentie. Broeders denkt dat kunstmatige intelligentie ervoor gaat zorgen dat het risico op borstkanker beter is te voorspellen.
Door: Nationale Zorggids