Nederlandse apotheken verstrekten in 2022 aan 3,4 miljoen mensen een antibioticum; een toename van 16 procent ten opzichte van 2021. Ondanks de stijging is dit aantal nog altijd lager dan voor corona. Het gebruik van antibiotica verschilt per leeftijdscategorie. Dat meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
NZG
75-plussers grootste groep antibiotica-gebruikers
-In 2022 werd ruim 6 miljoen keer een antibioticum voor systemisch gebruik verstrekt aan 3,4 miljoen mensen; 16 procent meer gebruikers dan een jaar eerder. Na de coronajaren 2020 en 2021 nam het aantal gebruikers van deze middelen weer toe, maar lag het in 2022 nog onder het niveau van 2019 toen het aantal gebruikers 3,5 miljoen bedroeg.
Het gebruik van antibiotica verschilt per leeftijdscategorie. Tieners (11-20- jarigen) kregen in 2022 het minst vaak een antibioticum voorgeschreven; gemiddeld één op de tien personen. Vervolgens nam het aandeel gebruikers toe met de leeftijd. Eén op de drie 75-plussers gebruikte in 2022 een antibioticum. Deze patiëntengroep ontving het hoogste aantal verstrekkingen: gemiddeld 2,7 per persoon, tegenover 1,5 verstrekkingen voor een tiener.
Met de leeftijd verschuift ook het type antibioticum dat wordt gebruikt. Aan kinderen en tieners werd amoxicilline (eerste keus bij infecties van onder meer luchtwegen) veruit het meest verstrekt. Onder twintigers naderde het aantal verstrekkingen nitrofurantoïne (eerste keus bij blaasontsteking) die van amoxicilline. Onder 65-69-jarigen was de verhouding gelijk en onder 70-plussers werd nitrofurantoïne meer verstrekt. Onder 75-plussers was dit zelfs 3,5 keer zoveel.
Onderdeel van het verstandig gebruik van antibiotica is speciale aandacht voor het voorschrijven van tweede-keus- en reserve-antibiotica, om zo de resistentie van bacteriën te beperken.
Chinolonen, cefalosporinen en amoxicilline met clavulaanzuur zijn volgens de NHG-Standaarden in de meeste situaties geen eerste-keusmiddelen. Het aandeel reservemiddelen en tweede-keusantibiotica was de afgelopen jaren stabiel met ongeveer 20 procent van de antibioticaverstrekkingen. Dit is ook vrij stabiel over de leeftijdscategorieën; bij kinderen en tieners (0-20 jaar) ligt het wat onder de 20 procent en vanaf 21 jaar ontvangt ruim 20 procent van de gebruikers een niet-voorkeursantibioticum.
Door: Nationale Zorggids