Om vast te kunnen stellen of iemand lymeziekte heeft, gebruiken artsen in Nederland vaak antistoftesten. Sinds enige tijd zijn er zogenaamde cellulaire testen op de markt. Deze testen zijn niet betrouwbaar, blijkt uit de VICTORY-studie van Amsterdam UMC, Radboudumc en het RIVM. Met deze nieuwe testen krijgen teveel mensen onterecht een negatieve of positieve uitslag. Dat meldt het RIVM.
De standaard bloedtest voor de ziekte van Lyme meet zogeheten antistoffen tegen de lymebacterie. Met een positieve uitslag van de antistoftest weet je niet altijd of de infectie met de lymebacterie nú plaatsvindt of dat de antistoffen nog aanwezig zijn van een eerdere, misschien al genezen infectie. De nu onderzochte cellulaire testen meten de activiteit van bepaalde afweercellen in het bloed tegen de lymebacterie. Gehoopt werd dat de nieuwe testen beter zouden zijn dan de huidige antistoftesten. Helaas werken ze niet beter. Verschillende commerciële laboratoria gebruiken deze cellulaire testen en er zijn Nederlanders die hun bloed hiermee laten onderzoeken in Duitsland.
Onjuiste testuitslag
Er deden drie verschillende groepen mee aan het onderzoek: patiënten met lymeziekte, gezonde mensen en een groep mensen met ziekten die erom bekend staan dat ze testen voor lymeziekte kunnen verstoren. Een aantal cellulaire testen zijn onderzocht. Daaruit bleek dat de nieuwe testen regelmatig onterecht aangaven dat iemand niet de ziekte van Lyme had, terwijl de proefpersonen wel degelijk lymeziekte hadden. Of juist het omgekeerde: de test was positief, maar de proefpersonen hadden helemaal geen lymeziekte.
Dit zou in de praktijk betekenen dat veel mensen de verkeerde behandeling zouden krijgen op basis van deze testuitslagen. Er kan alleen met zekerheid iets gezegd worden over de testen die onderzocht zijn, maar de studie laat zien dat je voorzichtig moet zijn met het gebruik van bloedtesten voor lymeziekte waarvan de betrouwbaarheid niet vaststaat. Het gebruik van deze testen wordt ontraden.
Door: Nationale Zorggids