Wat weten we inmiddels over het apenpokkenvirus in Europa?
Het apenpokkenvirus (Monkeypox) komt normaal alleen in West- en Midden-Afrika voor, vooral bij knaagdieren. Een Deense arts ontdekte het virus in 1958 bij apen in een onderzoekscentrum, vandaar de naam. Mensen kunnen er echter ook besmet mee raken. Onlangs dook het virus op in Europa en inmiddels heeft het ook Nederland bereikt. Wat is er bekend over de Europese gevallen, wat zijn de symptomen, hoe gaan de Nederlandse instanties ermee om en wat moet je doen als je besmet raakt?
Ondanks de naam raken mensen en apen maar incidenteel besmet met het virus. Sinds 1970 worden er af en toe besmettingen onder mensen gemeld. De eerste besmetting buiten Afrika was in 2003. Toen bracht een reiziger het virus vanuit Nigeria mee naar de Verenigde Staten. De afgelopen jaren waren er enkele meldingen van besmettingen buiten Afrika. Geen van die uitbraken duurde lang.
Mutaties
Deze maand raakten enkele mensen in Europa besmet met het apenpokkenvirus. Opvallend is dat bij het merendeel van deze mensen geen link met de gebieden in Afrika gevonden kon worden. Het is dus een mogelijkheid dat het virus zich in Europa heeft kunnen verspreiden. De variant die in Europa in aangetroffen vertoont geen opmerkelijke mutaties, dus hoe dit mogelijk is, is nog een raadsel. De WHO heeft geen reden om aan te nemen dat het apenpokkenvirus zich heeft gemuteerd. Ze beweren dat mutaties bij dit virus sowieso weinig voorkomen.
Nederland
De eerste Nederlandse besmetting met het apenpokkenvirus werd gemeld op vrijdag 20 mei. Inmiddels zijn er 95 besmettingen gemeld.
MSM-contact
Het vermoeden bestaat dat meerdere mensen het virus door MSM-contact (mannen die seks hebben met mannen) hebben opgelopen. In veel gevallen kregen mensen die besmet raakten namelijk eerst uitslag rond de anus en schaamstreek. Daarna verspreidde de uitslag zich naar de rest van het lichaam.
Symptomen
De symptomen van de mokeypox lijken op die van de ‘normale’ pokken, maar zijn doorgaans milder. De ziekte begint vaak met:
- koorts
- hoofdpijn
- spierpijn
- gezwollen
- lymfeklieren
- rillingen
- moeheid
Tussen besmetting en de eerste klachten zitten ongeveer tien dagen. Vlak daarna krijg je vlekken in het gezicht en daarna verspreiden die zich over de rest van het lichaam. Op een gegeven moment drogen die blaasjes in en ontstaan er korsten, die na 2-3 weken van de huid afvallen.
Verspreiding
Je kunt besmet raken door contact met een ander mens of een dier. Het virus kan binnendringen via de slijmvliezen (bijvoorbeeld mond, neus, ogen), open wondjes (niet per se zichtbare wonden) en via druppels uit blaasjes of uit de mond-keelholte. Het virus kan zich niet door middel van zwevende deeltjes in de lucht verspreiden. De wereldgezondheidsorganisatie verwacht dat er meer gevallen van het apenpokkenvirus zullen opduiken.
A-ziekte
Zaterdag werd het apenpokkenvirus aangemerkt als een A-virus. Huisartsen moeten gevallen van de ziekte, of vermoedens, dan meteen melden. Dit is bedoeld om de verspreiding van het virus zo veel mogelijk te beperken. Het RIVM denkt dat de variant die in Europa opgedoken is niet heel besmettelijk is.
Vaccin
De WHO is momenteel geen voorstander van massale inenting. Risicogroepen zouden het gewone pokkenvaccin kunnen krijgen, dat vermoedelijk ook effectief is tegen de apenpokken. De Europese Unie heeft meer dan 100.000 doses besteld in Denemarken. Nederland heeft een eigen voorraad.
Wat moet je doen na besmetting?
Als iemand positief test, dan start de GGD het bron- en contactonderzoek. Bij dit onderzoek probeert de GGD te achterhalen waar de besmetting mogelijk heeft plaatsgevonden en met wie er nog meer contact is geweest. Als je het virus hebt, moet je in isolatie tot de klachten voorbij zijn, ongeveer drie weken. De Europese Unie heeft besloten tot de gezamenlijke aankoop van zowel een vaccin als een antiviraal middel tegen apenpokken.
Dit artikel wordt regelmatig geactualiseerd.
Door: Nationale Zorggids / Æde de Jong
Bronnen: Rijksoverheid, RIVM, ANP