ZonMw heeft een subsidie toegekend van 400.000 euro aan het UMCG voor een onderzoek naar een aanpassing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker die vrouwvriendelijker is en tot betere resultaten leidt. Het kan er toe leiden dat vrouwen minder vaak naar hun huisarts hoeven te gaan voor een uitstrijkje. Dit meldt UMCG.
Vrouwen met een infectie van het humaan papillomavirus (HPV) hebben een grotere kans om uiteindelijk baarmoederhalskanker te ontwikkelen. De doelstelling van het bevolkingsonderzoek is om baarmoederhalskanker in een vroeg stadium op te sporen aan de hand van de aanwezigheid van HPV. In het vernieuwde bevolkingsonderzoek wordt eerst op HPV getest via het gebruikelijke uitstrijkje bij de huisarts of met een zelfafnameset. Ongeveer 7 procent van de vrouwen gebruikt deze zelftest. Hierbij maakt de vrouw zelf thuis een uitstrijkje en stuurt deze op met de post.
Als de thuistest positief is voor HPV, gaat de vrouw alsnog naar de huisarts voor een uitstrijkje om te bepalen of doorverwijzing naar een gynaecoloog nodig is. Dit huisartsbezoek wordt vaak als onwelkom ervaren door deze vrouwen, wat leidt tot vertraging en verminderde deelname aan het bevolkingsonderzoek. Het gevolg is dat minder afwijkingen in een vroeg stadium bij vrouwen worden ontdekt.
Analyse met dna-test
In dit onderzoek zal het materiaal van de zelfafnameset bij HPV-positieve vrouwen geanalyseerd worden met een nieuwe dna-test. Hiermee is te bepalen welke vrouwen een doorverwijzing naar de gynaecoloog nodig hebben. Deze vrouwen hoeven dus niet meer eerst langs de huisarts voor een uitstrijkje. Dit onderzoek resulteert in een efficiëntere screening, met minder kanker, meer gemak voor de vrouw en lagere kosten voor de gezondheidszorg.
Door: Nationale Zorggids