In hartje Rotterdam zijn maandag alle deelnemers aan de jaarlijkse Roparun gefinished. In totaal 323 teams zetten zaterdag in Parijs, Hamburg en Almelo hardlopend koers naar de finishplaats op de Binnenrotte.
De lopers renden geld bij elkaar voor projecten in de palliatieve zorg voor kankerpatiënten. Palliatieve zorg wordt gegeven aan patiënten voor wie geen genezing meer mogelijk is en die in hun laatste levensfase zitten. Dit keer ligt de focus op zogenoemde koppelbedden. Dat zijn bedden die aan het bed van de zieke kunnen worden gekoppeld waardoor partners samen kunnen zijn.
Sommige teams hadden onderweg tegenslag. Bij Steenbergen bleken maandagochtend punaises op de weg gestrooid en dat zorgde voor de nodige lekke banden bij begeleiders. "Vervelend. Er hebben teams last van gehad en tot de weg was schoongemaakt was er een kleine omleiding", aldus woordvoerder Willem van de Ven. Wie er voor verantwoordelijk is geweest, weet hij niet. Hij spreekt van een goed verlopen editie. "We hebben wel met bijzondere aandacht naar het weer gekeken. Maar op de Binnenrotte hebben we, afgezien van een korte hevige bui, geen hinderlijke weersomstandigheden gehad."
Een team bestaat uit 20 tot 25 mensen, van wie er maximaal acht lopers zijn. Verder zijn er fietsers, chauffeurs, navigatoren, cateraars en verzorgers in de teams aanwezig.
Vorig jaar werd 5,1 miljoen euro opgehaald. De opbrengst van deze 28e editie van de Roparun wordt later bekendgemaakt tijdens de slotavond op 28 juni. De eerste Roparun was in 1992 toen er nog maar 64 lopers meededen. Destijds renden die nog in omgekeerde richting: van de Rotterdamse Euromast naar de Eiffeltoren in Parijs. Al snel werden het er vele honderden. Sinds de eerste editie is ruim 80 miljoen euro opgehaald.
Door: ANP