Patiënten met alvleesklierkanker die ouder zijn dan 70 jaar krijgen minder vaak een operatie doordat zij vaak een slechtere conditie en/of bijkomende aandoeningen hebben. Als een arts hen volgens de richtlijn behandelt met operatie en chemotherapie, dan lopen zij een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte. Dat blijkt uit het proefschrift van IKNL-onderzoeker Lydia van der Geest. De richtlijn alvleesklierkanker biedt geen passende alternatieve behandeling voor deze patiënten. Volgens de promovendus moet de medische richtlijn aangevuld worden met specifieke aanbevelingen voor oudere patiënten. Dit meldt het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
In Nederland krijgen jaarlijks 2.400 mensen de diagnose alvleesklierkanker. De prognose is extreem slecht. De helft overlijdt binnen enkele maanden en vijf jaar na diagnose is nog slechts zo’n 6 procent van alle patiënten in leven. Alvleesklierkanker komt vooral voor op oudere leeftijd; minstens de helft van de patiënten is ouder dan 70 jaar.
Operatie of chemotherapie
Volgens de richtlijn mag een oudere leeftijd op zichzelf geen reden zijn om af te zien van een operatie. Een operatie waarbij een groot deel van de alvleesklier en omringende weefsels worden verwijderd geeft de beste kans op genezing. En fitte ouderen zouden deze operatie nog prima aan kunnen. Voor de kwetsbare patiënten die geen operatie aan kunnen biedt de richtlijn echter weinig alternatief. Zij zouden onder andere vaker chemotherapie kunnen krijgen.
“Richtlijnen zouden daarom een ‘plan B’ (beste behandeling gegeven bepaalde omstandigheden) moeten bevatten. Een ‘plan B’ is nodig voor minder fitte, oudere patiënten die wel een behandeling zouden willen maar momenteel geen behandeling krijgen aangeboden. En voor patiënten die een sterk verhoogd risico hebben op ongewenste uitkomsten van optimale kankerbehandeling.”
Meer operaties per ziekenhuis
Ook toonde Van der Geest aan dat chirurgische risico’s van oudere patiënten lager zijn in ziekenhuizen waar veel alvleesklierkankeroperaties plaatsvinden. Ziekenhuizen waar meer operaties plaatsvonden, hadden een lagere postoperatieve sterfte en een betere lange termijn overleving na operatie. In vergelijking met ziekenhuizen met veertig of meer operaties per jaar, was er in andere ziekenhuizen een hogere sterfte binnen negentig dagen na de operatie. In centra met minder dan twintig operaties per jaar hadden patiënten na operatie een nog minder gunstige overleving.
Door: Nationale Zorggids