Er zijn in Nederland grote prijsverschillen voor beugels en tandprotheses zoals kunstgebitten. Dat blijkt uit de monitor mondzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De prijsverschillen worden veroorzaakt door variatie in materiaalkosten. Uit de monitor blijkt ook dat de totaal gedeclareerde kosten per patiënt toenemen, terwijl de tarieven zijn gedaald. Economische verbeteringen kunnen hieraan ten grondslag liggen, maar dit is niet onderzocht. Dit meldt de NZa.
De NZa vindt het belangrijk dat de patiënt vooraf weet wat de verschillende behandelmogelijkheden zijn en de kosten die daaraan verbonden zijn. Op basis van deze informatie kan een patiënt samen met zijn behandelaar een keuze maken. Daarom roept de NZa de tandartsen, orthodontisten en mondhygiënisten op om de patiënt goed te informeren over de kosten en keuzemogelijkheden.
Daarnaast moedigt de autoriteit mondzorgaanbieder aan om kwaliteitsrichtlijnen op te stellen, zodat duidelijk wordt welke behandeling in welke situatie het meest aangewezen is.
Ook blijkt dat er meer gedeclareerd is voor preventieve zorg, zoals gebitsreiniging. De NZa ziet dit nog niet terug in bijvoorbeeld een stagnatie van het aantal vullingen. Er zijn ook grote verschillen tussen praktijken in de hoeveelheid preventieve mondzorg die zij leveren.
Materiaal- en techniekkosten
De Zorgautoriteit constateert dat er grote verschillen zijn in de prijs die patiënten betalen voor materiaal- en techniekkosten, zoals beugels en kunstgebitten. Het loont dus voor patiënten om deze kosten tussen praktijken te vergelijken. Om dit te kunnen doen, moeten zorgaanbieders goed informeren over kosten en behandelopties. Dit zijn zij sowieso verplicht bij behandelingen vanaf 250 euro. Sinds 1 januari 2018 moeten ze ook de prijslijst voor materiaal- en techniekkosten op de website zetten en patiënten moeten de inkoopnota kunnen inzien.
De komende periode gaat de NZa met de sector aan de slag met het doorontwikkelen van de bekostiging van de mondzorg.
Door: Redactie Nationale Zorggids
