Week van de Teek: waar let je op en wat moet je doen als je gebeten bent?

Van 22 tot en met 26 april is het de Week van de Teek. De Week van de Teek wordt jaarlijks aan de vooravond van het tekenseizoen georganiseerd door onder meer het RIVM, de Lymevereniging en Stigas om jou te wijzen op het voorkomen van een tekenbeet en de risico’s van zo’n beet. Teken dragen namelijk ziektes met zich mee, waaronder de welbekende ziekte van Lyme. Om je voor te bereiden op de Week van de Teek, leggen we je vandaag alvast uit wanneer je risico loopt op een beet, wat je ertegen kunt doen, hoe je een beet herkent en welke ziektes een teek met zich meedraagt. 

Ruim 1 miljoen mensen krijgen jaarlijks een tekenbeet. Mensen die voor hun werk veel in het groen zijn lopen meer risico op tekenbeten. Net als mensen die zich graag in de natuur bevinden en kinderen die buitenspelen.

Waar bevinden teken zich?

In 2016 was een derde van de gemelde tekenbeten opgelopen tijdens het wandelen, 20 procent tijdens het tuinieren en 20 procent bij het buitenspelen. Teken komen eigenlijk in het hele land voor in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Ze zitten vooral in hoog gras of tussen dode bladeren, het liefst bij bomen of struiken. Van daaruit stappen ze over op passerende dieren, maar ook op mensen. Teken vallen niet uit bomen, aldus het RIVM.

Elk jaar worden zo’n 300.000 mensen in stedelijke gebieden gebeten door een teek. Het is aan te raden om in het tekenbeetseizoen (lente en zomer) op tekenbeten te controleren na een bezoek aan het groen, ook binnen het stedelijk gebied. Bijvoorbeeld na een bezoek aan het park, de speeltuin of na een dagje in de tuin.

Bescherm je enkels

Omdat teken vooral in hoog en schaduwrijk gras zitten, is belangrijk om je voeten en enkels goed te beschermen door dichte schonen te dragen en een lange broek. Wie echt door het hoge gras loopt, doet er goed aan om ook de broekspijpen in de sokken te stoppen. Door lichte kleding te dragen, zie je een teek sneller. Door op paden te blijven lopen en zo min mogelijk door gras, bos en begroeiing te lopen, loop je zo min mogelijk risico op een beet. Mocht je nog meer bescherming willen, draag dan ook kleding dat geïmpregneerd is met een insectwerend middel of spuit je kleding in met DEET en doe dat ook met je huid. Desondanks is het altijd aan te raden om te controleren op tekenbeten.

Hoe herken je een tekenbeet?

Het is soms lastig om een tekenbeet te herkennen, vooral omdat de teek zelf erg klein is. Een recente tekenbeet zie je door te letten op een zwart puntje op de huid. Na een paar dagen heeft de teek al wat bloed opgezogen en zal het zwarte puntje zijn gegroeid naar de grootte van een erwt. Als je geen rode ring ziet, betekent dat niet dat je niet bent gebeten. Zie je wel een rode ring, ga dan naar de huisarts.

Teken kunnen overal op het lichaam bijten, maar nestelen zich het liefst bij de lies of in knieholtes of bilspleet. Ook heeft de huid waar de randen van het ondergoed zich bevinden de voorkeur en komen teken ook vaak achter de oren of rond de haargrens in de nek voor. Het RIVM adviseert om na iedere wandeling in het groen een tekencheck te doen: maak het net zo gewoon als iedere tandenpoetsbeurt 's avonds.

Wat kun je doen als een teek zich onder jouw huid heeft genesteld?

Zodra je een teek hebt gevonden, is het zaak om deze zo snel mogelijk te verwijderen. Hoe langer deze namelijk in je huid zit, hoe groter de kans op ziektes. Het RIVM raadt het gebruik van alcohol of jodium af. Gebruik alleen een goede, puntige pincet waarmee de de kop van de teek kunt vastpakken. Trek de teek vervolgens langzaam uit je huid en wees niet bang als een stukje van de kop blijft zitten. Die vormt geen risico meer. Zodra de teek eruit is kun je ontsmettingsmiddelen gebruiken.

Het is van belang om de datum van de tekenbeet op te schrijven, net als de plek van de beet. Is de teek binnen 24 uur weggehaald? Houd dan zelf tot 3 maanden na de tekenbeet de huid rond beet in de gaten en let daarbij vooral op het ontstaan van een rode ring of andere klachten die kunnen duiden op de ziekte van Lyme. Als de teek pas na 24 uur is verwijderd, of er nog steeds zit, maak dan een afspraak met de huisarts om een eventuele behandeling te bespreken.

Welke ziektes draagt een teek?

Lyme

Een teek kan verschillende ziektes dragen. Tot voor kort werd gedacht dat teken in Nederland alleen de ziekte van Lyme konden veroorzaken, maar dat blijkt toch niet het geval te zijn. Ongeveer één op de vijf teken is besmet met de bacterie Borrelia burgforferi die Lyme kan veroorzaken.

Als de bacterie inderdaad is overgedragen, veroorzaakt de infectie binnen een week of drie in de meeste gevallen (maar niet altijd!) een rode, ringvormige huiduitslag die binnen een paar dagen groter wordt, en soms ook gepaard gaat met griepachtige verschijnselen. Een onbehandelde infectie kan chronisch worden, waarbij je last kan krijgen van het zenuwstelsel, gewrichten, huidaandoeningen of hartritmestoornissen.
De ziekte wordt behandeld met een kuur van antibiotica. Hoe eerder dit gebeurt, hoe sneller en beter het resultaat.

Tekenencefalitisvirus

RIVM-onderzoekers ontdekten onlangs dat teken ook andere virussen en bacteriën met zich meedragen. Zo toonde één onderzoek voor het eerst het tekenencefalitisvirus en Borrelia miymotoi in Nederland aan. Beide kunnen hersen(vlies)ontsteking veroorzaken. 

In bepaalde gebieden in Nederland kunnen teken het tekenencefalitis-virus (ook wel TBE, thick-borne encephalitis) overbrengen. Hoewel het risico op tekenencefalitis na een tekenbeet vele malen kleiner is dan de ziekte van Lyme, is dit wel een extra reden om alert te zijn op tekenbeten. Ongeveer 1 op de 1.500 teken zijn besmet met TBE, veel minder het aantal teken met de borrelia-bacterie: die is in 2020 in één op de vijf teken gevonden.

In de afgelopen jaren zijn er één tot twee patiënten per jaar ziek geworden door het TBE-virus in Nederland. Dit virus komt in andere Europese veel vaker voor, zoals in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en het zuiden van de Scandinavische landen. De meest waarschijnlijke plaatsen van besmetting in Nederland zijn: de Sallandse Heuvelrug, de Utrechtse Heuvelrug, Twente en de Achterhoek.

Besmetting met het TBE-virus maakt de meeste mensen niet ziek. Soms veroorzaakt het milde griepachtige klachten en koorts kort na de tekenbeet. Nog minder vaak  veroorzaakt het TBE-virus een ontsteking in de hersenen, hersenvliezen of ruggenmerg. Mensen met deze ernstige klachten overlijden heel zelden aan deze ziekte.

Alfa-gal syndroom

De Nederlandse teek verspreidt ook het alfa-gal syndroom, een syndroom waardoor mensen een vleesallergie oplopen. Een vleesallergie kan zorgen voor zwellingen en bijvoorbeeld galbulten of een levensbedreigende reactie.

Behandeling van de chronische ziekte van Lyme

De chronische ziekte van Lyme wordt in Nederland eigenlijk nauwelijks nog erkend en daarom worden veel (alternatieve) behandelingen ook niet vergoed door zorgverzekeraars.

Patiënten met de chronische variant kunnen een aantal standaardbehandelingen (veelal dezelfde type antibiotica) ondergaan in Nederland, maar vaak wordt al snel gezegd dat iemand is uitbehandeld. In Duitsland durven artsen meer te experimenteren en daarom gaan patiënten daar geregeld heen voor bijvoorbeeld een langdurige antibiotica-infuuskuur en een nog experimentelere behandelwijze: een stamcelbehandeling. Patiënten die voor een behandeling naar Duitsland gaan, moeten soms een crowdfunding-actie opstarten omdat de kosten voor de dure behandeling niet door Nederlandse zorgverzekeraars wordt vergoed.

Sinds juni 2017 kent Nederland een Lyme-expertisecentrum waar kennis, kunde en ervaringen worden gebundeld. Ook gaat het centrum onderzoeken en projecten uitvoeren. De toekomst moet uitwijzen wat het expertisecentrum gaat bijdragen aan de behandeling van de chronische ziekte van Lyme. 

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky