Er is meer wetenschappelijk onderzoek nodig naar ME/CVS om patiënten beter te kunnen helpen. Ook zijn er verbeteringen nodig in de praktijk: de klachten moeten serieus genomen worden en erkend bij de beoordeling van uitkeringsaanspraken. Dat schrijft de Gezondheidsraad in zijn advies ME/CVS, opgesteld op verzoek van de Tweede Kamer.
Mensen met ME/CVS zijn langere tijd substantieel beperkt in hun functioneren. Over het ontstaan van de ziekte is nog weinig bekend. Dat maakt dat de behandeling zich alleen richt op verlichting van de symptomen, bijvoorbeeld met slaapmiddelen of pijnstillers. Ook cognitieve gedragstherapie kan een optie zijn. De raad vindt meer onderzoek geboden naar de oorzaken, diagnose en behandeling van de ziekte.
Veel artsen koesteren vooroordelen over de ziekte ME/CVS, waardoor patiënten zich niet serieus genomen voelen. Dat is niet goed voor hun herstel. Ook worden hun beperkingen niet altijd erkend bij de beoordeling van aanspraken op inkomens-, zorg- en andere voorzieningen. De raad beveelt aan dat zorgverleners worden bijgeschoold over ME/CVS en dat medische beoordelaars erkennen dat de ziekte gepaard gaat met substantiële beperkingen.
Door: Redactie Nationale Zorggids