Uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat er voldoende uitwijkmogelijkheden zijn voor patiënten als het te druk is op de spoedeisende hulp. Er zijn dan ook geen problemen als het gaat om de toegankelijkheid van de acute zorg, concludeert de NZa. De druk op de acute zorg neemt echter wel toe en dan vooral op werkdagen op het midden van de dag. Dat meldt de NZa.
Onder acute zorg valt de ambulance, de spoedeisende hulp in het ziekenhuis en de huisartsenpost. De ambulancezorg en huisartsenposten (hap’s) zien vooral een toename van het aantal patiënten. Oorzaken hiervoor zijn volgens de NZa het aantal thuiswonende ouderen dat gebruikmaakt van de spoedeisende hulp (seh) en de hap. Bovendien blijken huisartsen steeds meer door te verwijzen naar de hap als zij zelf geen tijd hebben.
Voor een effectievere en efficiëntere acute zorg adviseert de NZa dat lichte spoedzorg zich verplaatst naar de hap, zodat er op de seh meer ruimte is voor complexe zorg. Zo wordt niet alleen de druk op de seh verlaagd, maar worden de kosten ook lager. Zorgverleners in de verschillende schakels zouden over voldoende kennis moeten beschikken om ouderen met complexe problemen adequaat te helpen, zodat zij na acute opname vervolgzorg kunnen ontvangen.
De NZa ziet nog veel verbetermogelijkheden op het gebied van samenwerking. Alle schakels in de acute zorg zouden op regionaal niveau moeten streven naar een goede samenwerking. Als het gaat om informatievoorziening is het verstandig als zorgverzekeraars het Regionaal Overleg Acute Zorg opzoeken. Het is aan de Zorgautoriteit om de samenwerking te stimuleren en te overzien dat dit daadwerkelijk gebeurt. Om dit te bereiken moet wel één en ander worden aangepast in de bekostiging van de acute zorg. De NZa gaat met alle betrokken partijen om de tafel zitten om te kijken hoe dit het beste aangevlogen kan worden.
Door: Redactie Nationale Zorggids