Het is voor KNO-artsen moeilijk in te schatten of een voorstadium van stembandkanker ook echt tot deze ziekte zal leiden. KNO-arts Stijn Fleskens van het Máxima Medisch Centrum (MMC) in Eindhoven ontwikkelde in zijn promotieonderzoek een bruikbare methode om het beloop van voorstadia van stembandkanker beter te kunnen voorspellen. Dat meldt het MMC.
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 700 mensen stembandkanker (strottenhoofdkanker) vastgesteld. Jaarlijks sterven ruim 200 patiënten aan deze vorm van kanker. In de laatste vijftig jaar is dit sterftecijfer nauwelijks veranderd.
Veranderingen in het slijmvlies van de stembanden kunnen leiden tot voorstadia van stembandkanker. Het is nog grotendeels onduidelijk of en wanneer deze voorstadia ook echt ontaarden in stembandkanker. Fleskens toont in zijn onderzoek aan dat KNO-artsen in Nederland voorstadia van stembandkanker niet altijd hetzelfde behandelen. Ook laat hij zien dat pathologen (weefselonderzoekers) afwijkingen in het slijmvlies verschillend kunnen beoordelen.
Om patiënten de juiste behandeling te geven is het van belang dat artsen het beloop van voorstadia van stembandkanker beter kunnen voorspellen. Als aanzet hiervoor heeft Fleskens een methode ontwikkeld, waarbij het afwijkende slijmvlies getest wordt op meerdere combinaties van bepaalde eiwitten (biomarkers). De combinatie van een hoog DNA-gehalte en lage expressie van de biomarker p53 blijkt daarbij de sterkste aanwijzingen te geven voor het ontwikkelen van stembandkanker.
© Nationale Zorggids