Kinderkankersterfte hoger dan in buurlanden
AMSTERDAM (Novum) – In Nederland komen meer kinderen om door kanker dan in andere welvarende Europese landen. Tussen 2006 en 2010 stierven er per honderdduizend kinderen drie aan kanker. Dat blijkt woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Ten opzichte van de hele Europese Unie zit Nederland precies op het gemiddelde. Luxemburg scoort het beste. Daar lag het sterftecijfer op anderhalf per honderdduizend kinderen. Daarna volgt Oostenrijk met iets meer dan twee en Denemarken met ruim twee. Duitsland staat met ongeveer 2,5 op de vijfde plaats en België met ongeveer 2,8 op de tiende plaats.
Nederland staat in het lijstje op de dertiende plaats en moet Tsjechië voor zich laten. Het wordt gevolgd door Griekenland en Estland. Roemenië scoort het slechtst met vijf sterfgevallen per honderdduizend kinderen.
Het absolute aantal kinderen dat per jaar aan kanker overlijdt, schommelt in Nederland al jaren rond de tachtig. In 2009 was het gedaald van ruim tachtig naar ruim zeventig, sindsdien is het weer opgeklommen om vorig jaar iets boven de tachtig uit te komen. Jongens overlijden vaker aan kanker dan meisjes, maar vorig jaar was er bijna geen verschil meer.
Van 2002 tot en met 2011 zijn in Nederland 862 kinderen tot 14 jaar aan kanker overleden. Twee derde van deze kinderen overleed door een hersentumor of leukemie.
Jaarlijks wordt bij bijna vierhonderd Nederlandse kinderen kanker vastgesteld. Bij kinderen van 2 tot en met 13 jaar is kanker de meest voorkomende doodsoorzaak. Bij 14-jarigen is dat een verkeersongeval en bij 0- tot 2-jarigen zijn het problemen rond de geboorte of aangeboren afwijkingen.
