
Door chemotekorten worden minder effectieve behandelingen ingezet
Nederlandse ziekenhuizen maken zich ernstig zorgen over de beschikbaarheid van essentiële chemokuren. Door tekorten aan cruciale medicijnen, zoals etoposide, vincristine en methotrexaat, moesten artsen soms minder effectieve behandelingen voorschrijven. Dit blijkt uit een rondgang van het televisieprogramma Stand van Nederland: Wereld op Scherp, zo meldt WNL.
In 2024 kampten ziekenhuizen zoals Antoni van Leeuwenhoek, Isala en het Erasmus MC regelmatig met leveringsproblemen. Vooral etoposide, veelgebruikt bij longkanker, was afgelopen zomer schaars. Longarts Anthonie van der Wekken van het UMCG bevestigt dat hierdoor voor sommige patiënten noodgedwongen minder effectieve therapieën werden ingezet.
Chemotekort groeit
De tekorten blijven zich opstapelen. In 2022 registreerde het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) 180 meldingen van leveringsproblemen bij oncolytische middelen. In 2023 steeg dit aantal naar 262, en in 2024 liep het op tot 286. Ondanks onderlinge hulp tussen ziekenhuizen en het gebruik van alternatieven, vrezen artsen dat de impact op patiënten verder toeneemt.
Productie-afhankelijkheid
Een belangrijk deel van de problemen is te wijten aan de afhankelijkheid van China en India voor grondstoffen en productie. Ongeveer 80 procent van de generieke medicijnen, waaronder chemokuren, komt uit deze landen. Het Antoni van Leeuwenhoek ziet dit als een onhoudbare situatie en pleit voor Europese productie van essentiële geneesmiddelen. Zelf produceren zou een optie kunnen zijn, maar juridische en financiële obstakels maken dit lastig. “Nederland is eigenlijk te klein om dit zelf te regelen, je zou het Europees moeten doen.”