Acute evacuatie asbestflat Utrecht was onnodig

UTRECHT (Novum) - Bewoners van de flat aan de Stanleylaan in Utrecht waar afgelopen zomer asbest werd ontdekt, hadden niet acuut geëvacueerd hoeven worden. Dat concludeert de commissie die onderzoek heeft gedaan naar de aanpak van de asbestvondst in juli.

De commissie, onder leiding van voormalig commissaris van de koningin in Overijssel Geert Jansen, noemt de maatregelen die na de vondst genomen zijn ‘disproportioneel’. De gemeten asbestwaarden lagen ruim onder de helft van de grenswaarde, waardoor er zeer beperkte risico’s voor de volksgezondheid waren en evacuaties geen spoed hadden.

De evacuatie, bemonstering en saneringen hadden meer planmatig en gefaseerd kunnen plaatsvinden. Toch kan de commissie zich voorstellen dat uit voorzorg is besloten de zogenoemde bronflat te evacueren.

De berichtgeving is na de asbestvondst niet professioneel opgepakt, concludeert de commissie verder. De eerste dagen na de vondst communiceerde zowel de gemeente Utrecht als woningcorporatie Mitros naar de bewoners toe, wat leidde tot niet op elkaar afgestemde boodschappen met verwarring bij bewoners tot gevolg.

Maatregelen die door de crisisorganisatie zijn genomen waren onnodig belastend voor de bewoners. Zo konden door een noodbevel bewoners buiten de afzetting het gebied niet meer in en mensen in het afgesloten gebied er niet meer uit. Dat leidde tot gebroken gezinnen en onrust over huisdieren en medicijnen die in de woning waren achtergebleven.

Ook over de asbestsanering heeft de commissie aanmerkingen. Die is niet goed uitgevoerd en het toezicht erop functioneerde niet. Dat heeft er mogelijk toe geleid dat onnodig asbest is vrijgekomen en verspreid. Over de sanering is bovendien niet gecommuniceerd. De bewoners is bijvoorbeeld niet geadviseerd tijdens de saneringen ramen en deuren gesloten te houden, het balkon niet te betreden en geen was buiten te drogen. Dit had wel gemoeten.

Tot slot concludeert de commissie dat de bewoners niet centraal hebben gestaan bij de crisisorganisatie. Hoewel dit de primaire doelgroep was, leek het vooral een ‘bijzaak en een lastige bijkomstigheid’. De beleving van de bewoners is onvoldoende serieus genomen en de gemeente lijkt zich niet bewust te zijn geweest van de gevolgen van bijvoorbeeld de plotselinge afzetting van het gebied.

Het asbest werd ontdekt bij renovatiewerkzaamheden in woningen in de flat aan de Stanleylaan. Een dakrand van de flat bleek te zijn opgevuld met het asbesttype amosiet. De kankerverwekkende stof kwam vrij toen bij de renovatiewerkzaamheden een kitlaag werd verwijderd. Na de vondst moesten meer dan driehonderd bewoners hun huis verlaten. Nog altijd zijn niet alle bewoners thuis. Een deel van de bewoners van de Stanleylaan kan naar verwachting pas in januari terug naar huis.